Langen, Ferdinand
Pseudoniem van Egbertus Pannekoek, Nederlands prozaschrijver (Eenrum, Groningen 29.7.1918). Langen debuteerde in het tijdschrift Opwaartsche wegen in 1938 met het verhaal ‘De leerling leert’. Onder het pseudoniem Harry van Haaren schreef hij het jongensboek Een avontuurlijke vaart, dat pas in 1947 werd uitgegeven. In de mede door hem opgerichte kunstenaarskring ‘Het Drieluik’ (1939-1940) leerde hij Koos Schuur kennen met wie hij in 1945 de redactie vormde van het tijdschrift Het Woord. Na de opheffing van Het Woord was Langen nog redacteur van Ad Interim (1949) en De Gids (1950-1952).Vanaf 1951 werkte Langen als copywriter in de reclame en in 1978 vestigde hij zich als zelfstandig reclame- en marketingadviseur.
Nog tijdens WOII verscheen illegaal bij de Bezige Bij Achter slot en grendel (1944), een melancholieke en romantische novelle. Verhalen die Langen eerder publiceerde in Groot Nederland en De Gids werden opgenomen in de bundel In pyama (1946). Daarin kiest hij voor excentrieke of sprookjesachtige hoofdpersonen (zeemeerminnen, een balletdanseres of een beeldhouwer) die hij in een idyllische of arcadische wereld laat figureren. Later zal het realisme in het werk van Langen toenemen, maar het contrast met de idyllische droom blijft, waardoor zijn werk cynischer of ironischer wordt. Zijn laatste werk vertoont een steeds laconieker karakter waaruit zijn acceptatie van de werkelijkheid blijkt en die werkelijkheid met gevoel voor relativiteit en humor beschreven wordt. Als voorbeelden van Langens vaak komisch proza uit deze latere periode kunnen Mijn oom Peter (1950) en Hoe maakt u het? (1952) genoemd worden.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; R. Blijstra, ‘Kroniek van het illegale proza’, in: Critisch Bulletin 13 (1945-1946), p. 151-159; W.H. Nagel, ‘Critisch dubbelportret’, in: Podium 3 (1946-1947) 3, p. 65-77; S. Bakker, ‘Van de literatuur in de reclame’, interview in: Het Oog in ’t zeil 5 (1987-1988) 5, p. 36-42; S. Vestdijk, ‘Radiolezing van Vestdijk in 1946’, in: Vestdijkkroniek (1994) 83/84, p. 34-39; P. Arnoldussen en H. Renders, ‘Ferdinand Langen: ‘geëngageerd was ik ook al niet’’, interview in: Jong in de jaren dertig: Interviews (2003), p. 33-42.
G.J. van Bork
[Herschreven, december 2007]