Krabbé, Tim
Hans Maarten Timotheus Krabbé, Nederlands dichter, prozaschrijver en sportjournalist (Amsterdam 13.4.1943).
Krabbé is de zoon van de kunstschilder Maarten Krabbé en de broer van de acteur Jeroen Krabbé. Tim Krabbé
speelde ook enige tijd toneel en studeerde korte tijd psychologie in Amsterdam. Hij behoorde tussen 1967 en
1972 tot de beste schakers van Nederland en schreef ook een aantal boeken over schaken, zoals de biografie over
Fischer (1972) en Schaakcuriosa (1974). Van 1970 tot 1973 was hijn redacteur van Propria Cures en daarna
werkte hij mee aan een aantal dag- en weekbladen zoals Vrij Nederland.
In 1967 debuteerde hij met de roman De werkelijke moord op Kitty Duisenberg, in 1970 gevolgd door Flanagan,
of het einde van een beest, een roman die in 1975 verfilmd werd door Adriaan Ditvoorst. Omdat actie een
belangrijk element is in het werk van Krabbé en hij op een scenische manier zijn boeken schrijft, lenen zijn
romans en verhalen zich goed voor verfilming. Zo werden de novelle Red desert penitentiary (1975) en de roman
Het gouden ei (1984) door George Sluizer verfilmd, die laatste onder de titel Spoorloos (1988). De film kreeg
een Gouden Kalf voor de beste Nederlandse productie. Van Spoorloos werd in 1993 nog een Amerikaanse versie
uitgebracht onder de titel The Vanishing. Van de roman De grot (1997) maakte Martin Koolhoven een film in
2001 onder dezelfde titel. Krabbé vervaardigde zelf de scenario's voor Spoorloos en De grot.
Krabbé schreef ook romans en verhalen over sport en sporters. Zijn eigen ervaringen als wielrenner bij de
beklimming van een berg beschreef hij in De renner (1978). In 1984 verschenen 43 Wielerverhalen en in 2004
de novelle Drie slechte schaatsers.
Grote waardering viel Krabbé ten deel met de roman Het gouden ei. Hij kreeg er een prijs van het tijdschrift
Diepzee voor omdat het het meest gelezen boek was door middelbare scholieren. De korte roman Vertraging
(1994) heeft weer alle elementen voor een spannende film. Het boek speelt in Australië en heeft het karakter van
een roadmovie. Krabbé kreeg er de Gouden Strop 1995 voor, een prijs die doorgaans aan detective- of
thrillerschrijvers wordt toegekend, maar veel van Krabbé's verhalen en romans worden door critici in de
categorie psychologische thriller geplaatst. In zijn latere werk is dat thrillerelement minder sterk aanwezig, maar
blijft de spanning wel aanwezig door het gebruik van dubbele bodems of een verrassende ontknoping.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; H. Eggels, 'Je moet wind
tegen hebben ...', interview in: Bzzlletin 117 (1988) 155, p. 9-14; M. ten Wolde, [Over Tim Krabbé], in: Diepzee
12 (1994) 1, p. 31-35; J. Heymans, 'Een pion op de fiets: Tim Krabbé ', in: Het schaduwelftal. Over sport en
literatuur (1994), p. 48-63; J.C. Minkman. Tim Krabbé (1999); P. Webeling, 'In mij zit een zekere
vernietigingsdrang als het gaat om menselijke relaties', interview in: De 5 grote emoties (2002), p. 127-139.
G.J. van Bork
[Nieuw, februari 2007]