Kneppelhout, Johannes
Nederlands prozaschrijver (Leiden 8.1.1814 - Oosterbeek 8.11.1885). Kneppelhout schreef onder het
pseudoniem Klikspaan in het Nederlands. Hij stamde uit een aanzienlijke familie en werd vanwege de vroege
dood van zijn vader in 1825 ondergebracht op een kostschool in Noorthey. Vanaf 1832 studeerde hij rechten in
Leiden, maar deed er geen examens. In Leiden maakte Kneppelhout deel uit van een groep studenten waartoe
ook Beets en Hasebroek behoorden. In deze groep werd gedweept met auteurs als Byron en Hugo, de grote
romantici. Om die reden werd de groep de 'Romantische Club'genoemd. Later zouden de betrokkenen op deze
periode (1830-1840) terugkijken als hun 'zwarte tijd'. Kneppelhout schreef in zijn 'zwarte tijd' romantische
schetsen en verhalen in het Frans die in 1848 gebundeld werden in Opuscules de jeunesse (2 dln). Vanwege zijn
bewondering voor Hugo bezocht hij Parijs, waar hij te horen kreeg dat zijn Franse verhalen geen succes zouden
worden, waarmee zijn carrière als Frans schrijver een einde nam.
Van december 1839 tot maart 1844 verschenen onder het pseudoniem Klikspaan afleveringen van zijn
Studenten-typen (1841), Studentenleven (1844) en De studenten en hun bijloop (1844). Studenten-typen werd
geïllustreerd door Alexander Ver Huell onder het pseudoniem O. Veralby. Bij de herdruk van 1860 in
Geschriften (3 dln) heeft Kneppelhout talrijke wijzigingen aangebracht.
Kneppelhout had zich inmiddels in 1847 op het landgoed 'De Hemelsche Berg' bij Oosterbeek gevestigd. Van
daaruit speelde hij een belangrijke rol in het Gelderse culturele leven en maakte hij een aantal reizen naar het
buitenland. Hij bleef ook schrijven: verhalen, reisbeschrijvingen, kritieken en brieven. Op enkele uitzonderingen
na bleven zijn verhalen over het Leidse studentenmilieu het meest populair. Tot die uitzonderingen behoort
wellicht 'De Portlandvaas' opgenomen in Waanzinnig Truken en andere verhalen (1980), een bloemlezing
samengesteld door M. Mathijsen.
Klikspaans verhalen, waarvan een zeer klein percentage geschreven zou zijn door medewerkers van
Kneppelhout, behoren tot het genre van de physiologieën, die in die tijd in de mode waren. Hij werd daartoe
geïnspireerd door H. Huarts Physiologie de l'étudiant, maar hij geeft een eigen uitbeelding van het
studentenleven in Leiden. De tendens van zijn verhalen is didactisch-moraliserend: hij wil het studentenleven
verbeteren door er de nadelige kanten van te laten zien. De professoren zijn meestal leermeesters die niet voldoen
aan hun taken, de Leidse bevolking bestaat voornamelijk uit profiteurs, leeglopers of vechtersbazen en veel
ouders van studenten hebben geen idee van wat hun kinderen in Leiden uitvoeren. Klikspaan plaatst tegenover de
vele 'afleggers' , 'klaplopers', 'diplomaten', 'hovelingen' of erger, de ideale student, die wel aan de
gebruikelijke feesten deelneemt, maar ook hard studeert. Kneppelhouts realistische uitbeelding is rauwer dan die
van bijvoorbeeld Beets in zijn Camera obscura. Daar staat tegenover dat Potgieter Klikspaans 'kopieerlust des
dagelijkschen leevens' meer waardeerde dan die van Beets, omdat Klikspaans doel duidelijk was om de
maatschappij op een hoger plan te brengen.
Kneppelhout zelf verzamelde de Geschriften van J. Kneppelhout in een twaalfdelige uitgave (1860-1875). De
aantekeningen die Kneppelhout bijhield over zijn beschermeling, de veelbelovende jonge violist Jan Graan,
werden in 1981 uitgegeven door M. Stapert-Eggen onder de titel Een beroemde knaap. Het Constantijn Huygens
Instituut verzorgde een wetenschappelijke editie van Klikspaans Studentenschetsen (2 dln, 2002).
Literatuur: BNTL; BWN; Oosthoek; WP-lexicon; W.P. Wolters, 'Levensbericht van Johannes Kneppelhout',
in: Jaarboek Mij Ned. letterkunde 1886 (1886), p. 248-277; J. ten Brink, 'Johannes Kneppelhout', in:
Geschiedenis der Noord-Nederlandsche letteren in de XIXe eeuw (dl III, 1889), p. 305-311; J. Dyserinck. Het
studentenleven in de literatuur. De medewerkers van Klikspaan (1908); A.J. Luyt. Klikspaan's studentenschetsen
(1910); W.H. Staverman, 'Bij het eeuwfeest van Klikspaan's 'Studententypen'', in: Nieuwe Taalgids 35 (1941)
1, p. 25-35; J. Kamerbeek Jr., 'Klikspaans bezwaren tegen de geest der eeuw', in: Levende Talen (1953), p. 107-117; E. Maas. Kneppelhout en de Veluwse schildersbent (1983); P. van Zonneveld (red.). Gedenkzuil voor
Johannes Kneppelhout ter gelegenheid van de honderdste sterfdag (1985); P.A.W. van Zonneveld. De
Romantische Club. Leidse student-auteurs 1830-1840 (1993); C. Smit, 'Klikspaan en zijn Student-Leydenaar',
in: Jaarboekje voor geschiedenis en oudheidkunde van Leiden en omstreken 85 (1993), p. 105-128; R. Wezel,
'December 1839: Kneppelhout publiceert 'De student-Leydenaar', in: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (red.).
Nederlandse literatuur, een geschiedenis (1993), p. 455-460; A. Kets-Vree, ''Leelyke Klikspaan, gy hebt duchtig
uit de school geklapt'. Onbekende brieven aan Kneppelhout over zijn 'Studentenschetsen'', in: De Parelduiker 4
(1999) 3, p. 2-19; E. Paanakker. Klank in een nevel. Johannes Kneppelhout (1814-1885) (2000); De wereld van
Klikspaan, speciaal nummer van De Negentiende Eeuw 26 (2002) 3-4.
W.J.C. Buitendijk en G.J. van Bork
[Aangevuld, december 2006]