Keulen, Mensje van
Mensje Francina van Keulen - van der Steen, Nederlands prozaschrijfster (Den Haag 10.6.1946). Mensje van
Keulen publiceerde ook onder de pseudoniemen Josien Meloen en Constant P. Cavalry. Ze volgde korte tijd een
cursus schilderen aan de Arts School in Londen.
Mensje van Keulen debuteerde met proza in 1969 in Hollands Maandblad en in 1970 werd ze mederedactrice
van Propria Cures. Na haar kleine roman Bleekers zomer (1972) werd ze van 1973 tot 1981 redactielid van het
tijdschrift Maatstaf. Bleekers zomer was een onmiddellijk succes en beleefde tal van herdrukken. Zowel Bleekers
zomer als de verhalen van Allemaal tranen (1972) zijn realistisch en geven in een opeenstapeling van
naargeestigheid een beeld van de meelijwekkende positie van haar personages. Daarom wordt Van Keulens
proza wel bestempeld als Hollands pessimisme in de trant van het naturalisme, maar toch is er ook een ondertoon
van ironie in haar werk te onderkennen waarmee ze zich daarvan onderscheidt. Van Keulen houdt afstand van
haar personages, die zich vooral doen kennen in de dialogen. In 1975 verscheen de roman Van lieverlede,
opnieuw een uitzichtloos verhaal, dit keer over een jonge vrouw die haar veeleisende moeder verzorgt en
daardoor slachtoffer wordt van de alledaagse sleur. Ook Overspel (1982) is zo'n realistische roman over de
situatie van drie jonge vrouwen die geconfronteerd worden met buitenechtelijke relaties. De gelukkige (2001) is
een roman over teleurstellingen in de liefde. In 1980 verscheen een proeve van burleske verhalende poëzie in De
avonturen van Anna Molino, geïllustreerd door Peter Vos.
Mensje van Keulen bundelde haar eerder in NRC/Handelsblad verschenen reportages over bijzondere
begraafplaatsen in De lach van Schreck (1991). Over de travestie van Maarten 't Hart schreef ze Geheime dame
(1992). Naast haar werk voor volwassenen schreef Van Keulen ook voor kinderen, zoals Van Aap tot Zet (1990),
dierenportretten voor de jeugd, De rode strik (1994) en Titus raakt zoek (2004). Voor Tommie Station (1985)
kreeg ze de Zilveren Griffel en voor Vrienden van de maan (1989) de Nienke van Hichtumprijs.
In 2000 werden Bleekers zomer, Allemaal tranen en Van lieverlede gebundeld in Het vroege werk.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; Bibeb, 'Mensje van Keulen:
'Massa's mannen worden het slachtoffer van vrouwen'', in: Veertien vrouwen (1974), p. 7-20; H. van der Ent,
'Mensje van Keulen', in: Uitgelezen 3. Reakties op boeken (1978), p. 69-78; S. Verroen, 'De schrijver als
camera', in: Jan Campertprijzen 1991 (1991), p. 105-124; Mensje van Keulen-nummer van Diepzee 10 (1992-1993) 1; H. van Lierop-Debrauwer, 'Het kwaad gaat eraan', interview in: Literatuur zonder leeftijd 10 (1996) 40,
p. 414-423; H. van Lierop-Debrauwer, 'Vervagende grenzen? Een casestudie over de waardering voor het oeuvre
van dubbelpublieksauteur Mensje van Keulen', in: Spiegel der Letteren 40 (1998) 4, p. 281-298.
G.J. van Bork
[Herschreven, december 2006]