Kettmann Jr., George
George Wilhelm Kettmann, Nederlands dichter en prozaschrijver (Amsterdam 12.12.1898 - Roosendaal
10.2.1970). Kettmann werkte tot 1931 in de handelsfirma van zijn vader. Tijdens zijn militaire diensttijd
debuteerde hij in 1918 met gedichten in Het Getij. In 1928 verscheen zijn debuutroman De glanzende draad der
goden. Tot ongeveer 1932 wordt het werk van Kettmann gekenmerkt door de thematiek van de kunstenaar in een
verburgerlijkte samenleving. Hij schetst die samenleving als een geïndustrialiseerde wereld waarin de massaliteit
een grote rol speelt. Ook zijn latere romans, De vlam der steden (1930) en Maan op het dak (1931), gaan in op
deze problematiek en lijken te zijn beïnvloed door Oswald Spenglers cultuurpessimistische visie in Der
Untergang des Abendlandes.
Vanaf 1932 komt Kettmann in nationaal-socialistisch vaarwater terecht en kiest hij voor een fascistisch
daadkrachtig beleid. In zijn roman De oceaanvlucht van een olie-man (1933) geeft hij blijk van zijn nieuw
verworven idealen. Kettmann treedt in dienst van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) en wordt
journalist bij het fascistische weekblad Volk en Vaderland. Hij richt een nationaal-socialistische uitgeverij op: De
Amsterdamsche Keurkamer. Opnieuw gaat Kettmann poëzie schrijven, nu veel strijdbare poëzie waarin hij de
ideeën van de NSB uitdraagt. Nog voor de oorlog verschijnen De jonge leeuw (1935) en Het erf aan zee (1938)
en tijdens WO II Jong groen om de helm (1942) en Bloed in de sneeuw (1943), waarvan die laatste twee bundels
als 'oorlogspoëzie' betiteld kunnen worden. Kettmann radicaliseerde steeds meer, zoals uit zijn novelle De
verdrevene (1944) blijkt. Hij werkte in de laatste jaren van de oorlog als oorlogsverslaggever aan het Oostfront.
Na de Tweede Wereldoorlog vluchtte Kettmann naar België, waar hij onder de naam Jan Warnsinck een nieuw
leven trachtte te beginnen, maar in 1948 werd hij uitgeleverd aan Nederland en veroordeeld tot tien jaar
gevangenisstraf. Tevens kreeg hij een publicatieverbod van tien jaar opgelegd.
Na zijn vrijlating verschenen nog de dichtbundels De ballade van de dode Viking (1956), waarin hij terugkijkt op
zijn fascistische verleden, en Man vrouw kind (1969). De laatste jaren van zijn leven werkte Kettmann als
corrector bij een Utrechtse drukkerij. Onder het pseudoniem Jan van de Wolk vertaalde hij romans uit het Engels,
Frans en Duits. In 1999 werden de nagelaten geschriften van George Kettmann door W. Huberts uitgegeven
onder de titel Leven in tweespalt. Louis Ferron schreef er een inleiding bij.
Literatuur: BNTL; BWN; Kritisch lexicon; W. Huberts. Schrijver tussen daad en gedachte. Leven en werken
van George Kettmann Jr. (1898-1970) (1987), met bibliografie; G. Groeneveld. Nieuwe boeken voor den
nieuwen tijd. Uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer 1932-1944 (1992); H.J.A. Hofland, 'Dan komen wij', in:
De Parelduiker 7 (2002) 2, p. 36-39.
G.J. van Bork
[Nieuw, december 2006]