Jagt, Bouke
Bouke Bonifacius Jagt, Nederlands dichter en prozaschrijver (Padang, Sumatra 5.5.1942). Jagt kwam in 1950
naar Nederland. Na een afgebroken middelbare schoolopleiding ging hij in militaire dienst en werd uitgezonden
naar Nieuw Guinea. Daarna studeerde hij Nederlands in Leiden. Hij werd leraar op Curaçao en vervolgens in
Delft. Jagt ging rechten studeren en vestigde zich in Den Haag als advocaat.
In 1967 debuteerde Bouke Jagt met de gedichtencyclus Gerart van Velsen. Pas in 1978 volgde een tweede
publicatie, de verhalenbundel De muskietenoorlog en andere verhalen. Daarin verwerkte Jagt zijn ervaringen
opgedaan tijdens zijn militaire verblijf in Nieuw-Guinea en de broeierige omstandigheden in het oerwoud daar.
In die zin kan het proza van Jagt realistisch genoemd worden, ook al is niet altijd het eigen bestaan uitgangspunt
voor Jagts verhalen en romans. Aan het schrijven van de roman IJzeren Chrysant (1982) en de verhalen in De
geur van traan (1986), die beide in het verleden spelen, ging een uitvoerige bronnenstudie vooraf. Jagts
personages zijn vaak eenzame individuen, die zich een sociale positie moeten bevechten omdat ze buitenbeentjes
zijn. Die thematiek beheerst ook zijn tweede poëziebundel Wardeel (1987). Dat uitzonderlijke en eenzame wordt
ook bepaald door homoseksualiteit, terwijl daar voor Jagt tevens mogelijkheden in worden geprojecteerd om aan
eenzaamheid te ontkomen. Die thematiek is bijvoorbeeld terug te vinden in Pijnboomspook (1979), een
psychologische roman over een weesjongen die op zoek is naar zijn verleden. In 1995 verschenen Jagts
Verzamelde gedichten.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; M. Boll, 'De werkelijkheid als richtingwijzer. De
strategie van Bouke Jagt', interview in: Bzzlletin 15 (1986) 139, p. 66-75.
G.J. van Bork
[nieuw, oktober 2006]