Isacker, Frans van
Frans Rudolf Jan Maria van Isacker, Vlaams prozaschrijver (Mechelen 4.2.1920 - Edegem 27.10.2000). Van
Isacker studeerde wijsbegeerte en letteren in Leuven en vervolgens behaalde hij daar het doctoraal examen
rechten in 1945 en een licentiaat in het notariaat in 1952. In 1961 promoveerde hij aan de Universiteit van
Amsterdam in de rechtsgeleerdheid op De morele rechten van de auteur. Daarna vestigde hij zich als advocaat in
Brussel, en vervolgens in Antwerpen en in Mechelen. In 1978 werd hij hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van
Gent, waar hij in 1985 met emeritaat ging. Van Isacker was specialist op het gebied van het auteursrecht.
Behalve zijn proefschrift schreef hij over dit onderwerp De exploitatierechten van de auteur (1963).
In 1948 debuteerde Van Isacker met het eerste deel van de tweedelige roman De wereld verandert in 1949
gevolgd door Maar er is een uitweg. De romans beschrijven de situatie tijdens de tweede wereldoorlog en de
periode vlak daarna. In deze romans, die hij al in 1944 geschreven had, worden twee Vlaamse families gevolgd
en de maatschappelijke keuzen die zij maken in deze chaotische tijd. Van Isackers romans zijn een pleidooi voor
begrip en verdraagzaamheid. In 1949 kreeg hij voor deze debuutromans de Prijs van de provincie Antwerpen.
Maatschappelijke en sociale problematiek liggen ook ten grondslag aan zijn toneelstuk Populorum progressio
(1971) en zijn pamflet De keizer naakt (1978), een 'open brief aan de zwijgende meerderheid'.
In het werk van Van Isacker wordt een ethiek uitgedragen die sterk bepaald blijkt door een traditioneel
waardensysteem. In zijn roman Vijftig aan de wand (1972) geeft hij zijn opvattingen over allerlei actuele
problemen, zoals over abortus, euthanasie, de rol van de vrouw, religie en milieu. Veel van Van Isackers romans
hebben autobiografische gegevens als achtergrond. In Postume wandeling (1957) geeft hij een beeld van zijn
vader, de politicus en minister Philip van Isacker. In Binnen in de open ruimte (1971) schetst hij de laatste
levensdagen van zijn moeder. De bruidegom van mijn ziel (1967) is een zelfportret, maar gezien door de ogen
van zijn echtgenote. In Averechts verloop (1988) schreef Van Isacker een 'kroniek van een meedogenloze eeuw'.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; J. de Ceulaer, 'Frans van Isacker', in: Te gast bij
Vlaamse auteurs (dl 4, 1964), p. 95-101; H. Bousset, 'Overlevingskroniek', in: Dietsche Warande & Belfort 133
(1988) 5, p. 368-372; L. Decorte, R. van de Perre en M. Sterck, [Frans van Isacker], in: R. van de Perre (red.).
Een kwartet Brabantse prozaschrijvers, speciaal nummer van Vlaanderen 41 (1992) 240, p. 77-85.
G.J. van Bork
[Herschreven, maart 2006]