Hofstra, Jan Willem
Nederlands prozaschrijver en dichter (Amsterdam 13.11.1907 - Amsterdam 30.3.1991).
Hofstra was korte tijd als bariton geëngageerd bij de Opera van Bremen. Daarna werkte hij als
toneelspeler bij het Amsterdamsch Tooneel en het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel. In 1934
speelde hij een rol in de film Prins Willem van Oranje van Jan Teulings. In 1936 werkte hij
voor de PTT op de pers- en propaganda-afdeling.
In 1940 debuteerde Hofstra met de roman De vrienden van mijn vrienden. Daarna volgden
meer romans, zoals Een sterke vrouw, wie zal haar vinden? (1947) en Tafel van twee (1987).
Zijn boeken zijn vlot geschreven psychologische romans die zich veelal in een artistiek milieu
afspelen. Hofstra was rooms-katholiek en die geloofsovertuiging blijkt duidelijk uit zijn
roman Het oog van de naald (1955), waarin de goddelijke genade het lot van zijn personages
stuurt.
In 1961 stelde Hofstra voor Het Spectrum de Prisma operagids samen. Van 1948 tot 1959
was hij toneelcriticus bij de Volkskrant, later ook voor De Tijd en Elseviers Magazine. Grotere
bekendheid kreeg hij als dramaturg van de KRO en toen hij ook kunstprogramma's ging
presenteren als Open doekjes en Kijk op kunst, en als quizmaster optrad. Bij de radio werkte
hij mee aan het programma Discotabel.
Poëzie publiceerde Hofstra in Het glazen huis (1941). Hij was een veel gevraagd lid voor
jury's van literaire prijzen. Voorts werkte hij als vertaler van Engelse en Franse romans.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; WP-lexicon; M. Revis, ‘Sarcastisch en geneeskrachtig’, in:
Critisch Bulletin 20 (1953) 12, p. 560-563; P.H. Dubois, ‘De romankunst van J.W. Hofstra’,
in: Het Boek van Nu 9 (1955-1956) 9, p. 164-165; Th.J. de Jong, ‘J.W. Hofstra als
romanschrijver’, in: Roeping 32 (1956-1957) 4, p. 250-252; C.J.E. Dinaux, ‘Besloten
vriendenkring’, in: Critisch Bulletin 23 (1956-1957) 8, p. 343-346; C. Swinkels, ‘Jan Willem
Hofstra. Een veelzijdig man van het hof’, in: West-Vlaanderen 10 (1961) 56, p. 106-108.
G.J. van Bork
[Herschreven, februari 2006]