Hoefnagels, Peter
Gerardus Petrus Hoefnagels, Nederlands rechtsgeleerde en schrijver van romans, gedichten en
toneel (Bilthoven 26.10.1927). Hoefnagels studeerde rechten en psychologie en werd
hoogleraar jeugd- en familierecht aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Hij was
betrokken bij de Raad voor de Kinderbescherming en pleitte voor een betere
echtscheidingsbemiddeling. Hij publiceerde veel over zijn vakgebied. Inmiddels is hij met
emeritaat.
Veel van Hoefnagels literaire werk heeft te maken met zijn vak. In 1974 publiceerde hij De
straf, een oergevoel in de wijsvinger, een essay dat hij combineerde met het toneelstuk Het
ritueel over het Nederlandse gevangenisbeleid. Dit stuk werd pas in 1998 door Perspectief op
het toneel gebracht.
Zijn eerste bundel gedichten verscheen onder de titel Recht zetten (1974). Zijn prozadebuut is
Aan God die mijn jeugd verblijdt (1981). De titel ervan verwijst naar de introïtus van een
Latijnse mistekst en geeft al meteen een aanwijzing waar het om gaat: een afrekening met een
Roomse jeugd. Het is een verhaal over angst en schuld, waarbij het vasthouden aan formele
geloofsregels de geestelijke groei kan misvormen.
In De vioolspeler (1987), een raamvertelling, wordt teruggekeken op de vriendschap met een
inmiddels overleden vriend. In de vorming van de beide vrienden blijkt de oorlog een
doorslaggevende rol te hebben gespeeld. De novelle Het eiland (1988) speelt op Curaçao. Het
verhaal laat de botsing van twee culturen zien, maar vooral de verschillen tussen vriendschap
en hartstocht. In 1995 verscheen de roman De onbekende bevrijding. De roman speelt in de
jaren 1935-1945 en beschrijft de geestelijke bevrijding van een intelligente jongen die door de
oorlogsomstandigheden uit zijn vertrouwde milieu wordt losgeweekt.
In 1997 werd Hoefnagels geridderd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Veel van zijn
literaire werk, maar ook van zijn publicaties over het recht, werden in het Duits vertaald.
Literatuur: BNTL; Oosthoek; J. Minnard, ‘Peter Hoefnagels reis van 1981 naar 1995’, in:
Leydraden (1997) 27, p. 8-19; L. Joosten, ‘Het ritueel’, in: Leydraden (1998) 32, p. 62-63.
G.J. van Bork
[Nieuw, februari 2006]