Hoeck, Jozef van
Vlaams toneelschrijver (Turnhout 11.11.1922 - Jette 14.7.1996). Van Hoeck was jurist en
verbonden aan het Kunst- en Cultuurverbond van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel.
Grote bekendheid, ook in het buitenland, verwierf hij met het toneelstuk Voorlopig vonnis
(1957), het verhaal van een Duitse fysicus die onder Hitlers bewind zijn vaderland verlaat, in
Amerika meewerkt aan het ontwerpen van de eerste atoombom, maar om het evenwicht tussen
de grote machten te herstellen, geheimen aan de Russen uitlevert. Dat het gewetensconflict
een belangrijk motief vormt in het oeuvre van Van Hoeck, blijkt ook uit zijn debuut Sauternes
1921 (1952), een familiedrama en uit het met de Staatsprijs voor Vlaams Toneel bekroonde
Appartement te huur (1961). De bezorgdheid om de mens die vrij denkt en daartoe desnoods
offers brengt, komt ook tot uiting in Het proces Socrates (1966). Van Hoeck heeft de
problematiek van de zoekende en denkende mens die echter wel door morele preoccupaties
wordt gekweld, in een aantal stukken uitgewerkt, onder meer in het tot toneelstuk omgewerkte
luisterspel Christine (1974), waarin een computer een levend wezen baart. Als exponent van
de moderne generatie Vlaamse toneelschrijvers heeft Van Hoeck gestreefd naar formele
vernieuwingen.
Naast ernstige stukken schreef hij ook groteske of satirische werken zoals De brievenbus
(1962) en De Raad van Beheer (1964).
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; J. de Ceulaer, ‘Problemen stellen’, interview in: Te gast bij
Vlaamse auteurs (dl 4, 1964), p. 86-94; A. Vandeghinste, ‘Jozef van Hoeck’, in:
Ontmoetingen met 81 Vlaamse kunstenaars (1977), p. 136-137; W. Jonckheere, ‘Voorlopig
vonnis. Een drama van formaat’, in: Dietsche Warande & Belfort 127 (1982) 9, p. 665-677.
P. van Aken
[Aangevuld, februari 2006]