Hemmerechts, Kristien
Vlaams prozaschrijfster (Brussel 27.8.1955). Hemmerechts studeerde Germaanse filologie in
Brussel en Leuven en behaalde haar doctoraal examen met een studie over de schrijfster Jean
Rhys in 1986. Na een verblijf in Engeland en een reis naar Zuid-Amerika werd ze docente
Engelse literatuur in Brussel en Rotterdam.
Hemmerechts is getrouwd geweest met de dichter en essayist Herman de Coninck, over welke
periode ze Taal zonder mij (1998) schreef. In 1982 begon Hemmerechts te schrijven,
aanvankelijk in het Engels. Die eerste verhalen werden vertaald door Geert van Istendael en
opgenomen in de verhalenbundel Weerberichten (1988). Haar Nederlandstalige debuut is de
roman Een zuil van zout (1987). Feminisme is één van de onderwerpen van de romans en
verhalen van Hemmerechts, maar vaker nog gaat het over de onmacht om tot werkelijk
contact te komen met de personen die het meest nabij zijn. Ondanks allerlei uiterlijke
veranderingen in het bestaan van haar, vooral vrouwelijke, personages, blijken ze vast te zitten
in hun oorspronkelijke leefwereld. Die thematiek speelt bijvoorbeeld in Brede heupen (1989)
en Zonder grenzen (1991). Die laatste roman kan worden gezien als een ontwikkelingsroman,
waarin de maatschappelijke ontwikkelingen binnen twee generaties meespelen in de vorming
van haar personages. In De tuin der onschuldigen (1999) worden de grenzen tussen schuld en
onschuld en die tussen oprechtheid en berekening afgetast.
Hemmerechts schrijft niet alleen scheppend proza, maar ook essays, zoals in Altijd met uw
gezever, gij (1996), en reisverhalen in Amsterdam retour (1995). In 2003 publiceerde ze haar
dagboekaantekeningen in Een jaar als (g)een ander. Dagboek 5 februari 2001 - 15 februari
2002. In 2000 verschenen haar autobiografische opstellen in O toen alles nog voorbij kon
gaan, met afbeeldingen van Jenna Tas, in de Zilverbrokaatreeks.
Het werk van Hemmerechts is zowel in België als in Nederland goed ontvangen. In België
kreeg ze de Driejaarlijkse Prijs voor het Proza van de Provincie Brabant in 1986 en in 1990 de
Driejaarlijkse Belgische Staatsprijs voor Proza. In Nederland werd haar de Frans
Kellendonkprijs 1993 toegekend.
Hemmerechts is vanaf 1990 voorzitster van de Anna Bijnsstichting in Vlaanderen.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; J. Gerits, ‘Hoe breed
zijn de heupen van een ijskoningin?’, in: Ons Erfdeel 32 (1989) 5, p. 723-729; F. Hellemans,
‘Onrust aan de kust’, in: Tegen de begijnhofliteratuur. Voor een literatuur van de intensiteit
(1994), p. 90-100; E. van de Perre, ‘Er gebeurde dit en er gebeurde dat. Kristien
Hemmerechts, vrouw over de naakte vrouw’, in: L. Keustermans en B. Raskin (red.). Als een
wilde tuin. Schrijfsters in Vlaanderen 2 (1996), p. 223-243; J. van Diepstraten, [Over Kristien
Hemmerechts], in: De kunst van het schrijven (2000), p. 310-315.
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2006]