Helman, Albert
Pseudoniem van Lodewijk (Lou) Alphonsus Maria Lichtveld, Nederlands dichter en
prozaschrijver (Paramaribo 7.11.1903 - Amsterdam 10.7.1996). Lichtveld was de zoon van
een Surinaams gouvernementsambtenaar. In 1921 keerde hij, na een eerder verblijf, terug naar
Nederland. Hij was korte tijd onderwijzer en studeerde muziek en Nederlandse taal- en
letterkunde. Hij was organist in de Amsterdamse St-Bonifatiuskerk en muziekrecensent van
De Maasbode. Later werd hij verslaggever en kunstredacteur van De Telegraaf. Voor de
eerste geluidsfilm van Joris Ivens' Regen (1929) schreef Lichtveld de muziek.
In 1923 debuteerde Lichtveld met de poëziebundel De glorende dag. In deze jaren sloot hij
zich aan bij de jong-katholieke dichters rond De Gemeenschap, waarvan hij mederedacteur
werd van 1925 tot 1931 en waar Pieter van der Meer de Walcheren hem het pseudoniem
Albert Helman aan de hand deed. Na 1931 heeft Lichtveld gebroken met het katholicisme. Hij
publiceert dan in De Vrije Bladen en in Erts.
Van 1932 tot 1938 woont Lichtveld in Spanje, waar hij correspondent is van de NRC en De
Groene Amsterdammer. Tijdens de Spaanse burgeroorlog kiest hij de zijde van de
republikeinen en samen met George Orwell schrijft hij teksten tegen dictator Franco.
Teruggekeerd in Nederland sluit hij zich tijdens WOII aan bij het verzet. Hij draagt bij aan
het Geuzenliedboek (1943) en aan het illegale blad De Vrije Kunstenaar. Voor zijn
verzetsactiviteiten werd hij geridderd tot Officier in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
In 1949 keert Lichtveld terug naar Suriname waar hij minister van Onderwijs en
Volksgezondheid wordt. In 1951 treedt hij terug als minister vanwege een conflict met de
Staten van Suriname. Naast het voorzitterschap van de Surinaamse Rekenkamer vervult hij tal
van maatschappelijke functies. Vanaf 1961 is hij Gevolmachtigd Minister aan de Nederlandse
ambassade in Washington en gedelegeerde bij de Verenigde Naties.
Intussen had Lichtveld onder het pseudoniem Albert Helman verhalen, romans en
toneelstukken gepubliceerd die over het algemeen een groot publiek bereikten. In 1926
verscheen de roman Zuid-Zuid-West, een boek waarin herinneringen aan zijn geboorteland een
belangrijke rol spelen. In 1928 volgde de novelle Mijn aap schreit en in 1929 een bundel
verhalen in Hart zonder land. Grote bekendheid verwierf Helman met de roman De stille
plantage (1931), een boek dat talloze herdrukken beleefde. Het is een roman over een
plantage in de West waar commercieel beheer en menselijkheid met elkaar in conflict komen
en waarin dit conflict gestalte krijgt in de idealistische en humane hoofdpersoon en een
opzichter van slaven. Later heeft Helman dit gegeven nogmaals uitgewerkt in de roman De
laaiende stilte (1952), nu verteld vanuit een vrouwelijke hoofdpersoon uit De stille plantage.
Sinds Helman zich van het katholicisme verwijderd had, noemde hij zich anarchosocialist. Hij
vertegenwoordigt dan het standpunt dat de schrijver een non-conformist is die zijn sociale
verantwoordelijkheid moet nemen. Dat leidde voor zijn proza vaak tot personages die als
eenlingen opereren en vaak in een maatschappelijk isolement raken: Serenitas (1930) en
Orkaan bij nacht (1934).
Helman heeft ook een aantal romans geschreven die in Mexico spelen en tot op zekere hoogte
tot het genre avonturenroman gerekend worden: De rancho der X mysteries (1941), Afdaling
in de vulkaan (1949) en Zusters van liefde (1988). Ze overstijgen het genre omdat ze tevens
het conflict tussen ratio en intuïtie of cultuur- en natuurmens aan de orde stellen. Helmans
oeuvre bestrijkt een breed terrein. Zelf heeft hij zich wel een renaissancist genoemd vanwege
het universele karakter van zijn werk. In zijn boeken en artikelen beweegt hij zich op tal van
terreinen: antropologie, geschiedenis, muziek, taalkunde, letterkunde, politiek, onderwijs,
kookkunst, film en gezondheid.
In 1979 werden zijn Verzamelde gedichten uitgegeven, maar daarna volgden nog Gebed voor
de ezels en andere gedichten (1982) en Semi-finale. Verzen (1982). Over zijn mentor in de tijd
van De Gemeenschap schreef hij de biografie Vriend Pieter. Het levensavontuur van Pieter
van der Meer de Walcheren (1980).
Helman ontving voor De laaiende stilte in 1953 de Vijverbergprijs. In 1962 verleende de
Universiteit van Amsterdam hem een eredoctoraat voor zijn werk op het gebied van de
linguistiek.
Literatuur: BNTL; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; A. van Duinkerken, ‘Albert
Helman’, in: Twintig tijdgenoten (1934), p. 166-178; H. Brugmans. Albert Helmans De dolle
dictator (1936); Max Nord. Albert Helman. Een inleiding tot zijn werk met enkele teksten,
handschriften, foto's, curiosa en een bibliographie (1949); F. Martinus. Albert Helman, de
eenzame jager (1977); J. Florquin, ‘Albert Helman’, interview in: Ten huize van ... (dl 14,
1978); Albert Helman-nummer van De Vlaamse Gids 65 (1981) 3; P. de Boer, ‘Een zwerver
uit de tropen. Gesprek met Albert Helman’, in: Maatstaf 35 (1987) 6, p. 19-33; Lou Lichtveld
- Albert Helman - negentig jaar, speciaal nummer van Mutyama 4 (1993) 5; Albert Helman-nummer van Oso 14 (1995) 1; Albert Helman-nummer van Kompas 1 (1996) 40; M. van
Kempen. Kijk vreesloos in de spiegel. Albert Helman 1903-1996 (1998); E. Francken,
‘Herschrijving in de Nederlandse koloniale literatuur? Albert Helmans “De stille plantage“ en
“De laaiende stilte”’, in: Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans 5 (1998) 1, p. 40-52; H.
Waltmans, ‘Over Albert Helman als katholieke jongere’, in: Oso 17 (1998) 2, p. 169-180; S.
Jensen, ‘Ecce simius! Over “Mijn aap schreit” van Albert Helman’, in: Nederlandse
Letterkunde 5 (2000) 1, p. 62-85; H. Snijders e.a. Helman 100 (2003).
G.J. van Bork
[Nieuw, januari 2006]