Heerikhuizen, Frederik Willem van
Nederlands dichter en literair historicus (Enschede 5.8.1910 - Velp 18.2.1969). Van
Heerikhuizen studeerde Nederlands in Amsterdam en werd leraar in Goes en Velp. In 1961
promoveerde hij op een proefschrift over Het werk van Arthur van Schendel. Voorts schreef
hij de studies R.M. Rilke. Leven en werk (1946) en In het kielzog van de romantiek (1948).
Van belang is ook zijn omvangrijke bloemlezing uit de wereldliteratuur Gestalten der tijden
(2 dln, 1951-1956). Over de Nederlandse literatuur schreef hij de geschiedenis Spiegel der
eeuwen. De Nederlandse letterkunde in haar ontwikkeling (1949).
Als dichter debuteerde Van Heerikhuizen met de bundel Tussen twee zomers (1936),
traditionele stemmingspoëzie met impressionistische trekken. In 1941 verscheen de bundel De
poort, met het lange gedicht ‘Het lint’ over een treinreis. In 1966 bundelde hij zijn poëzie uit
de jaren 1961-1965 in Als de wind ophoudt, waarin modernere invloeden aanwijsbaar zijn.
Literatuur: BNTL; WP-lexicon; D.A.M. Binnendijk, [Over De poort. Verzen], in: Groot
Nederland 39 (1941) II/1, p. 388-392; H. de Vries, ‘Problemen rond Rilke’, in Criterium 6
(1948) 9, p. 533-539; J.G. Praas. Uit de eerste hand. Drie ontmoetingen met WFH (2000).
G.J. van Bork
[Aangevuld, januari 2006]