Hall, M.C. van
Maurits Cornelis van Hall, Nederlands jurist, staatsman en schrijver (Vianen 4.2.1768 -
Amsterdam 19.1.1858). Van Hall promoveerde in de rechten in 1787 op een dissertatie onder
de titel De Continentiâ causarum en vestigde zich als advocaat in Amsterdam, waar hij van
1795 tot 1798 procureur van de rechtbank werd. Na 1798 werd Van Hall lid van de Eerste
Kamer van de Bataafsche republiek. Van Hall was aanvankelijk patriottisch gezind, maar
werd later een conservatief vertegenwoordiger van de restauratie. Koning Willem I benoemde
hem tot Staatsraad in buitengewone dienst, een functie die hij tot 1856 vervulde.
Van Hall was een retorisch en classicistisch dichter. In 1818 verscheen zijn bundel Gedichten,
in 1829 en 1839 door hem aangevuld met latere gedichten. Behalve gedichten schreef hij
historische novellen en het humoristische Gedenkschriften van en door Frank Floriszoon van
Arkel (1832). In 1850 verscheen zijn biografie over Mr. Johannes Kinker. Bijdragen tot zijn
leven, karakter en schriften.
Literatuur: BNTL; BWN; E. Cohen. Mr. M.C. van Hall als letterkundige (1928); W.J.M.A.
Asselbergs, ‘Trianus tegenhanger van Napoleon’, in: Nijmeegse colleges (1967), p. 277-286;
Albert Postma en Kees Thomassen, ‘Een plaats die scheurders tart. Het album amicorum van
M.C. van Hall (1768-1858), in: Boekenwereld 19 (2002-2003) 4, p. 202-210.
W.J.C. Buitendijk en G.J. van Bork
[Aangevuld, november 2005]