Erens, Frans
Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens, Nederlands prozaschrijver en
criticus (Schaesberg 23.7.1857 - Houthem-Sint Gerlach 5.12.1935). Studeerde rechten te
Leiden, Bonn, Parijs en Amsterdam, waar hij in 1888
promoveerde. In 1889 vestigde hij zich als advocaat en in 1897 werd hij griffier bij het
kantongerecht, eerst in Veghel en vervolgens in Oostburg. Vanaf
1901 wijdde hij zich nog uitsluitend aan de literatuur.
Vanaf 1883 schreef Erens kritieken en beschouwingen, overwegend over de moderne Franse
literatuur. In 1886 begon hij als medewerker aan De Nieuwe Gids, waarin hij naast essays,
onder meer over Maurice Barrès, ook scheppend proza publiceerde. Van 1896 tot 1897 en van
1909 tot zijn overlijden was Erens ook mederedacteur van De Nieuwe Gids.
In 1893 verzamelde Erens zijn prozastukken in Dansen en rhytmen. Al vroeg
publiceerde Erens over Les fleurs du mal van Charles Baudelaire; hij was een van de eersten
die deze poëzie wist te waarderen. Met zijn Dansen en rhytmen introduceerde hij het
prozagedicht in Nederland, zoals hij dat had leren kennen in de moderne Franse literatuur.
Daarmee beïnvloedde hij het werk van Lodewijk van Deyssel.
Vanaf 1895 kwam het zwaartepunt van Erens schrijverschap te liggen op impressies en
reisbeschrijvingen van de landen en steden die hij bezocht: Duitsland, Frankrijk, Spanje en
Noord-Afrika. Later, rond 1910, schreef hij ook over zijn geboortestreek, de provincie
Limburg. In zijn laatste levensjaren keek hij terug in een reeks feuilletons, die hij bundelde
onder de titel Vervlogen jaren (1938), een boek dat hem blijvende bekendheid
heeft bezorgd. Nog in 1989 verscheen er een uitgebreide herdruk van in de reeks Privé
Domein, bezorgd door Harry G.M. Prick. In deze gedenkschriften beschrijft
hij zijn jeugd in Limburg, zijn studietijd in Leiden en Parijs, en zijn Amsterdamse
herinneringen aan de periode van de Tachtigers en De Nieuwe Gids.
Erens belangrijkste bijdrage aan de Beweging van Tachtig was zijn rol als informant van de
nieuwste literaire ontwikkelingen in Frankrijk, waar hij zelf contact onderhield met literatoren
als Michelet, Barrès en Moréas en zich op de hoogte hield van stromingen als het
decadentisme en symbolisme.
In 1985 werd de Frans Erensprijs ingesteld die driejaarlijks wordt uitgereikt, afwisselend voor
proza, memoires en poëzie. De prijs werd in 1986 voor het eerst toegekend aan Kees
Fens voor diens gehele werk.
Literatuur: BWN; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; F. Hermans, ‘Frans
Erens, de Limburgse Tachtiger’, in: Mensen in hun tijd (1966), p. 54-61; P. Brachin,
‘Un ambassadeur de la culture française en Hollande: Frans Erens’, in: Faits et valeurs
(1975), p. 179-194; Harry G.M. Prick (ed.). Ik heb je zoveel te vertellen: brieven van en aan
Lodewijk van Deyssel, Emile en Frans Erens en Isaäc Israels (1981); Harry G.M. Prick. Een
weefsel van overpeinzingen. Causerie over Frans Erens in diens briefwisseling met Andries
Bonger (1986); Harry G.M. Prick, ‘Werken aan Frans Erens, winst en verlies’, in:
Maatstaf 37 (1989) 4, p. 2-9; Ch. Nypels. In memoriam mr. François Erens (1992).
G.J. van Bork
[nieuw, januari 2004]