Elburg, Jan
Joannes Gommert Elburg, Nederlands dichter (Wemeldinge
30.11.1919 - Wemeldinge 13.8.1992). Elburg was enige tijd chemisch laborant en werkte na
1945 als copywriter en vervolgens als docent aan de Rietveld-academie in
Amsterdam. Hij debuteerde in 1942 in het tijdschrift Criterium. Tijdens de
oorlog publiceerde hij een aantal vrij traditionele dichtbundels die behoren tot wat de
Criterium-poëzie wordt genoemd, zoals die van dichters als Aafjes en
Den Brabander. Daarna werd hij een van de belangrijkste dichters in het naar
vernieuwing zoekende tijdschrift Het Woord. Zijn opstandige natuur en sociaal gevoel bracht
hem in conflict met mederedacteur Gerard Diels, voorstander van
hermetische symboliek, en bracht hem in contact met de schildersgroep Cobra. Hierdoor
kwam Elburg in aanraking met o.a. Lucebert en Kouwenaar
en kan met hen, als experimenteel, gerekend worden tot de Vijftigers. Elburg was redacteur
van Podium in 1954 en 1955 en daarna van De Nieuwe Stem in 1959 en 1960. Als beeldend
kunstenaar werkte Elburg mee aan de geruchtmakende COBRA-tentoonstelling van 1949 in
Amsterdam. Hij verzorgde alszodanig ook illustraties en omslagen.
Meer dan de andere Vijftigers is hij trouw gebleven aan zijn uitgangspunt: het op losse
schroeven zetten van de taal om op deze manier in te kunnen spelen op zich steeds weer
voordoende clichés en bedreigende normen. Hierdoor kenmerkt zijn taalgebruik zich o.a. door
woordenspel. Zijn Klein t(er)reurspel (1947) werd in 1948 bekroond met de eerste
Jan Campertprijs en in 1976 ontving hij voor zijn hele werk de Constantijn Huygensprijs.
Zijn groot verbaal talent, gevoed door dagelijkse omgangstaal, komt zeer goed tot zijn recht in
Praatjeskijken (1960), een verzameling aforismen, kanttekeningen en verhalen bij
visuele gegevens.
Aan het slot van zijn Gedichten 1950-1975 (1975), een verzamelbundel, treedt in
een paar nieuwe reeksen een versobering van taal op, die zich ook in latere, ongebundelde
poëzie (Huiselijk leven) manifesteert. Typerend voor deze ontwikkeling is de titel
van zijn bundel Kaalslag.
Elburgs maatschappijvisie is steeds van grote invloed geweest op zijn geëngageerd
dichterschap. Dat engagement werd gevoed door zijn marxistische overtuiging, maar zonder
daarmee het sociaal-realisme te omarmen. Verzet en vernieuwing behoren veeleer tot zijn
poëzieopvattingen, hetgeen voor de dichter Elburg tot diens ‘ongemakkelijke
schoonheid’ moet leiden. Poëzie is voor hem een levend fenomeen dat de lezer ‘adem
en lijfswarmte’ moet geven.
In 1998 werd een tentoonstelling van Elburgs beeldend werk, samen met dat van Constant,
ingericht in het Stedelijk Museum Schiedam, waarvan L. van Halem een catalogus
samenstelde onder de titel Het uitzicht van de duif: Jan Elburg en Constant (1997). In 1999
volgde een tentoonstelling in Haarlem.
Literatuur: BWN; Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; P. Calis, ‘Jan G.
Elburg’, in: Gesprekken met dichters (1964), p. 111-133; Jan G. Elburg-nummer van
Bzzlletin 4 (1976) 33; Jan G. Elburg-nummer van De Vlaamse Gids 64 (1980) 1; J. van Maele.
Jan Gommert Elburg: liefde, oorlog en poëzie (1985); H. Beurskens, W. Kusters en L.
Vancrevel (red.). Alles voor niets. Hommages aan Jan G. Elburg (1989); S.N. Bakker,
‘Joannes Gommert Elburg, levensbericht’, in: Jaarboek Mij. der Ned. Letterkunde
1994-1995 (1996), p. 71-86; W. Heins (red.). Jan G. Elburg: echt raak is dodelijk, ook voor
de kunst (1999).
R. Bloem en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, januari 2004]