Ducal, Charles
Pseudoniem van Frans Dumortier, Vlaams dichter en prozaschrijver
(Huldenberg 3.4.1952). Ducal studeerde Germaanse filologie in Leuven en was
lang actief in de Marxistisch-Leninistische beweging en de Maoïstische partij AMADA. Hij is
werkzaam als leraar Nederlands.
Als dichter debuteerde hij met Het huwelijk (1987), in 1989 gevolgd door
De hertog en ik. Die laatste bundel werd bekroond met de Prijs van De Vlaamse
Gids en de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs.
De gedichten van Ducal werden bij verschijnen als tamelijk schokkend ervaren vanwege de
ontluisterende manier waarop het huwelijk erin wordt beschreven en de quasi-blasfemische
manier waarop religieuze thema's worden aangesneden.
In zijn verhalen, gepubliceerd in De meesterknecht (1992) verwerkt hij
autobiografische gegevens uit zijn radicaal-linkse verleden en zijn katholieke jeugdmilieu.
Daarbij hanteert hij een evident ironische toon.
In 1994 verschenen opnieuw gedichten in Moedertaal.
Het werk van Ducal wordt doorgaans geplaatst in het milieu van postmoderne dichters als
Spinoy, Van Bastelaere en Dewulf en het tijdschrift Yang, al bestaat er ook twijfel of zijn
affiniteit daarmee wel zo groot is.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; H. Brems, ‘Vingers om het mes. Het
debuut van Charles Ducal’, in: Ons Erfdeel 31 (1988) 1, p. 64-73; D. de Geest, ‘De
hertog en ik, Ducal en Ducal’, in: Dietsche Warande & Belfort 135 (1990) 4, p. 461-466;
S. van den Bossche, ‘Naar taal happen. Over de poëzie van Charles Ducal’, in: Kreatief
28 (1994) 3/4, p. 90-100; A.M. Musschoot, ‘Narcissus en zijn moeder, nieuwe gedichten
van Charles Ducal’, in: Ons Erfdeel 37 (1994) 4, p. 528-532.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2003]