Dorrestijn, Hans
Nederlands dichter, tekstschrijver en cabaretier (Ede 16.6.1940). Studeerde
Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en was tot
1974 leraar en daarna fulltime schrijver. Debuteerde met een bundel cabaretliedjes, Als
de balken gaan verzakken (1973). Schreef teksten voor de cabaretgroep Don
Quishocking en voor Herman van Veen, Joost Prinsen,
Jenny Arean, Adèle Bloemendaal e.a.. Droeg ook eigen
teksten voor, zichzelf begeleidend op de piano, opgenomen op de plaat Bofkont en
andere liedjes (1974). Schreef voorts samen met W. Wilmink en
anderen de radio- en tv-programma's Wij en de wereld, De panorama woensdagshow, de
Stratemaker-op-zeeshow en J.J. de Bom. Voor de VPRO verzorgde hij de nonsens-nieuwsberichten van het DPA (Dorrestijns Pers Agentschap). Later trad hij op met zijn eigen
theatershows, waarmee hij door het hele land voorstellingen gaf, zoals met Gesmolten
ijsberen (1995).
Dorrestijns teksten zijn doortrokken van humor en zelfspot, steeds met een ondertoon van
mislukking of machteloosheid. Zijn humor is zwarte humor en staat in de traditie van Piet
Paaltjens. In die zin is hij verwant met Lévi Weemoedt, met wie hij ook
samenwerkte in theatershows.
In 2000 verscheen onverwacht een roman, Finale kwijting, het getormenteerde
verhaal van Dorrestijns liefdeleven, zijn drankgebruik en zijn door een stiefmoeder verpeste
jeugd. Het boek kwam hem op een juridische procedure te staan van zijn ex-echtgenote, die
zich in haar goede naam aangetast voelde.
Ook voor toneel schreef Dorrestijn, onder meer Het rijk van Verhoeff, in
1992/1993 door de KRO in een tv-versie uitgezonden. Voor kinderen schreef hij poëzie,
verhalen en romans, o.a. Je bent een liegbeest (1975), Pieleman,
pieleman (1979) en De rooie vuurtoren (1981).
Literatuur: Kritisch lexicon; Lexicon jeugdlit.; Oosthoek; WP-lexicon; J. Diepstraten
en Sj. Kuiper, ‘Hans Dorrestijn’, in: Dichters, interviews (1980), p. 215-234; K.
Eykman, ‘Gedichten om mee te spelen’, in: Bzzlletin 17 (1988-1989) 161/162, p. 50-68;
D. Cartens (red.). Het schrijverscollectief, spec. nummer van Bzzlletin 20 (1990) 178; C.
Verbraak, ‘Dichterschap als vorm van onvolwassenheid’, interview in: Zonder schmink,
interviews en portretten (2001), p. 32-42.
G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2003]