Dorrestein, Renate
Renate Maria Dorrestein, Nederlands schrijfster (Amsterdam
25.1.1954). Na haar gymnasiumopleiding werkte ze als tijdschriftjournaliste vier jaar voor
Panorama. Met een vriendin stichtte ze een eigen productiebureau voor bijdragen aan
tijdschriften en kranten waaraan ze teksten leverde, zoals Het Parool, Viva en Opzij. Korte
tijd was ze hoofdredactrice van Mensen van Nu. In 1982 ging ze deel uitmaken van de
redactie van Opzij. In 1987 trad ze terug om nog uitsluitend als schrijfster van haar pen te
leven. Ze bleef bijdragen aan Opzij met columns, evenals voor het weekblad De Tijd. De
columns uit Opzij verzamelde ze in Korte metten (1988), de rubriekstitel in dat
blad.
In 1976 verscheen de verhalenbundel Voorleesboek voor planten en zeven jaar
later haar eerste roman Buitenstaanders (1983). De meeste personages in het werk
van Dorrestein sluiten de werkelijkheid buiten omdat hun dromen en voorstellingen voor hen
interessanter zijn. Niettemin lopen ze steeds weer op de werkelijkheid vast, maar meestal
hebben ze de neiging om zich daar toch weer tegen te verzetten. Zij blijven pogingen
ondernemen om de realiteit naar hun hand te zetten. De stijl van Dorrestein is ogenschijnlijk
onbekommerd, met grappen, stoten onder de gordel, cliché's uit doktersromans of
meisjesboeken. Daarbij probeert ze de lezer voortdurend voor verrassingen te plaatsen door
onverwachte wendingen in de toch al ingewikkelde plots van haar romans. Soms doen haar
romans denken aan de gothic novel, zoals Een sterke man (1994). Een ding staat
vast: zowel haar romans, als haar verhalen worden bepaald door haar feminisme zoals ze dat
in Opzij en De Tijd verdedigde, maar hier op een speelser manier aan de orde laat komen.
In Vreemde streken (1984), Noorderzon (1986) en Een nacht om
te vliegeren (1987) komen vrouwen voor die zich ontworstelen aan het traditionele
rolpatroon. In Heden ik (1993) schrijft Dorrestein over de ziekte waaraan ze al
geruime tijd lijdt, het chronisch vermoeidheidssyndroom ME. In later werk vindt ze haar stof
meer en meer in maatschappelijke gebeurtenissen, zoals incestgevallen, kindermoord of
zinloos geweld.
Samen met anderen heeft Renate Dorrestein de Anna Bijnsstichting opgericht die ieder jaar
(vanaf 1986) een prijs uitlooft voor de feministische stem in de literatuur.
Literatuur: Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; T. van Wissen,
‘Vleugels om niet te vallen’, in: Diepzee 6 (1988) 1, p. 31-35; Speciaal nummer van
Bzzlletin 17 (1988-1989) 166/167; A. van Hoof, ‘Een toets der kritiek. De literaire kritiek
over Renate Dorrestein’, in: Vooys 16 (1998) 2, p. 4-12; J.W. Niesing. Renate Dorrestein.
Het hemelse gerecht (1991); A. van Heijst. Leesbaar lichaam. Verhalen van lijden bij Blaman
en Dorrestein (1993); X. Schutte, ‘Ironie en radicalisme. Over het feminisme van Renate
Dorrestein’, in: Maskerade. Essays (1999), p. 143-161; H. Haasse, ‘The gothic novels
van Renate Dorrestein’, in: Lezen achter de letters (2000), p. 283-295; R. Buikema en L.
Wesseling, ‘De representatie van het moederschap in verlichte opvoedkunde en duistere
gothiek’, in: De gedeelde werkelijkheid van wetenschap, cultuur en literatuur 42 (2000) 2,
p. 156-174.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2003]