Doesburg, Theo van
Pseudoniem van Christian Emil Marie Küpper, Nederlands schilder, architect, dichter en
essayist (Utrecht 30.8.1883 - Davos 7.3.1931). Als enig redacteur van het
invloedrijke modernistische maandblad De Stijl (1917-1931) was hij een der leidende figuren
van de Stijl-groep, waartoe ook de schilders Mondriaan en Van der Leck en de architect Oud
behoorden. Zijn werk is gebaseerd op het samengaan van tijdgeest en uitdrukkingsmiddelen;
de beeldende kunsten moesten samen uitmonden in een monumentale architectuur. Tevens
was hij een belangrijk medewerker aan Het Getij, het literaire maandblad van het opkomende
expressionisme. Als dichter publiceerde hij o.a. de bundel Volle maan (1913), en
onder de naam I.K. Bonset een aantal expressionistische en dadaïstische
gedichten en essays in De Stijl. Hij publiceerde Caminoscapie, een
antifilosofische levensbeschouwing onder het pseudoniem Aldo Camini.
Van Doesburgs kunsttheoretische opvattingen vertonen overeenkomsten met de ideeën die
binnen het futurisme en kubisme zijn uitgedragen. Zelf sprak hij wat zijn poëzie betreft over
‘nieuwe woordbeeldingen’, waarbij hij het woord ‘beelding’ gebruikt voor het
uitdrukken van verhoudingen, structuren of wetmatigheden in de waargenomen realiteit. In de
praktijk betekent dit abstraheren van de werkelijkheid. In die zin sloot Van Doesburg aan bij
de constructivisten in de architectuur en de schilderkunst, zoals ook Mondriaan en Paul van
Ostaijen dat propageerden.
Naast De Stijl was Van Doesburg redacteur van het tijdschrift Mecano (1922-1923) dat
veeleer dadaïstisch georiënteerd was en waarin hij samenwerkte met kunstenaars als Arp,
Schwitters, Picabia en Tzara.
Literatuur: BWN; Oosthoek; WP-lexicon; H.J. Jaffé. De Stijl 1917-1930. The Dutch
Contribution to Modern Art (1956); Catalogus tentoonstelling Theo van Doesburg (Van
Abbemuseum, 1968-1969); J. Baljeu. Theo van Doesburg (1974); H.L. Hedrick. Theo van
Doesburg, Propagandist and Practioner of the Avant-Garde, 1909-1923 (1980); C. Blotkamp
(red.). ‘Theo van Doesburg’, in: De beginjaren van De Stijl, 1917-1922 (1982), p. 13-46; E. van Straaten (red.). Theo van Doesburg, 1883-1931. Een documentaire op basis van
materiaal uit de schenking van Moorsel (1983); A. Doig. Theo van Doesburg. Painting into
architecture, theory into practice (1986); E. van Straaten. Theo van Doesburg. Constructeur
van het nieuwe leven (1994); H. van den Berg (red.). Holland's bankroet door dada.
Documenten van een dadaïstische triomftocht door Nederland (1995); S. Bakker en E.
Thorissen. De dichter Theo van Doesburg/I.K. Bonset 1883-1931 (1997); H. van den Berg.
Theo van Doesburg, anarchisme en dada, een kleine documentatie (1998); H.-F. Jespers.
Theo van Doesburg en ‘Ça Ira’ (1920-1923) (1999); A.H. den Boef en Sj van Faassen.
Dada Den Haag. Van Haagsche Kunstkring tot Haagsche Tramwegmaatschappij (1999); L.
Tibbe. Vier kunstdebatten omstreeks 1900. Meningen over kunst en samenleving [...] (2000);
C. van der Heyden. Stijlfiguren. Theo van Doesburg (1883-1931) (2000); W. van Moorsel.
Nelly van Doesburg 1899-1975 (2000); Sj. Ex. Theo van Doesburg en het Bauhaus (2000); E.
Hoek (red.). Theo van Doesburg. Oeuvrecatalogus (2000).
G. Stuiveling en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2003]