Danser, Johan Gustaaf
Nederlands dichter (Kralingen 27.10.1893 - Rotterdam
27.3.1920). Doorliep de HBS te Rotterdam en studeerde aan de Academie voor Beeldende
Kunsten in Den Haag. Ofschoon daarna werkzaam als tekenleraar, ging zijn hart
uit naar de letteren; zijn plannen om alsnog Nederlands te studeren kwamen echter niet tot
uitvoering. Tamelijk afgezonderd levend, maakte hij zich een veelzijdige ontwikkeling eigen.
Al vroeg begon hij met het schrijven van sonnetten in beheerste, klassieke stijl, vol
overpeinzing en bezinning, overeenkomstig de opvattingen van Verwey en
diens jongere geestverwanten zoals Van Eyck. In september 1913 debuteerde
Danser met een kleine reeks sonnetten in Verwey's maandschrift De
Beweging; ook andere groepen gedichten zijn in latere jaargangen van dat blad gepubliceerd.
Zijn eerste werk bundelde hij onder de titel Ontmoetingen (bibliofiele uitgave
1917).
In 1918 werd hij ernstig ziek, de kwaal verergerde later tot tuberculose. Na zijn vroege dood
bezorgden zijn vrienden Greshoff en Van Krimpen een
bundel Gedichten (1922), waarin een herdruk van Ontmoetingen.
J. Staal verzorgde in 1957 de uitgave van het Verzameld werk van Danser, waaraan G.H. 's-Gravesande een bibliografie en een biografie toevoegde.
Literatuur: WP-lexicon; A. Verwey, in: Proza (dl. 4, 1921); J.C. Bloem, in:
Verzamelde beschouwingen (1950); G.H. 's-Gravesande, in: D. Kroon (ed.). Vergeten en
gebleven: literaire beschouwingen (1982), p. 105-107; M. Nijhoff, ‘[Over J.G.
Danser]’, in: Verzameld werk (dl 2, 19822), p. 266-269.
G. Stuiveling
[aangevuld, februari 2003]