Crone, C.C.S.
Cornelius Carolus Stephan Crone, Nederlands prozaschrijver
(Utrecht 26.12.1914 - Arnhem 9.11.1951). Hij werd katholiek
opgevoed en volgde enige tijd een opleiding voor het priesterschap, maar bezocht uiteindelijk het
gymnasium te Utrecht. Werkte bij de uitgeverijen Bruna en Strengholt als lector en werd ten slotte
redacteur van het bedrijfsblad van AKU. Recenseerde voor De Nieuwe Eeuw moderne
Nederlandse literatuur.
Crone's oeuvre beslaat niet meer dan 150 pagina's. Zijn verhalen stelde hij samen aan de hand van
honderden losse notities, veelal uitspraken en gesprekken van Utrechtenaars, die hij had verzameld
en aan elkaar plakte. Dit procédé, dat op de methode van een cineast lijkt, had tot gevolg dat de
atmosfeer van zijn werk een mengeling is van realisme en surrealisme: het realisme van een exacte
weergave van het dagelijks leven vervormd door het surrealisme van de gehanteerde schrijfmethode.
De wereld die Crone schetst is er een van armoede, tegenslag en dood. Zijn verhalen spelen
hoofdzakelijk in de stad Utrecht en de topografie van deze stad is onverbrekelijk met
het werk verbonden. Het leven van de kleine en nietige figuren in Crone's verhalen is een kroniek
van de jaren dertig, de crisis opgetekend daar waar hij het hardste werd gevoeld.
Arthur van Schendel is Crone's grote literaire voorbeeld geweest, maar niettemin is
zijn werk eerder te plaatsen in de traditie van Nescio en Elsschot.
Zijn microscopisch nauwkeurige aandacht voor details, de weemoedige kijk op leven en dood, de
humor, al deze elementen vindt men ook bij Nescio en Elsschot.
Crone's kleine oeuvre is naast de paar genoemde overeenkomsten met andere schrijvers uniek in de
Nederlandse literatuur. De onvervreemdbaar eigen stijl en de subtiele observaties verschaften hem
een steeds opnieuw erkende plaats binnen het proza dat tussen de twee wereldoorlogen is
geschreven. Vijftig jaar na zijn overlijden werd er aan zijn geboortehuis in Utrecht een gedenksteen
onthuld.
Literatuur: Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; H. Buurman,
‘Het gekorrumpeerd bestaan’, in: Ons Erfdeel 115 (1972) 5, p. 89-92; E. Mielen. C.C.S.
Crone. Kroniek van een Utrechtse schrijver (1978); J.G. Gaarlandt. Utrecht, stad van zachte
idioten (KRO-cahier, 1980); P.W. van Wissing, ‘Kees Crone (1914-1951): schrijver’, in: J.
Aalbers (red.). Utrechtse biografieën (1994), p. 41-45; F. Crone. Het Utrecht van C.C.S.
Crone. Vijf wandelingen (2001).
J.G. Gaarlandt
[aangevuld, november 2002]