Croiset, Max
Nederlands toneelschrijver en -speler, prozaschrijver en dichter (Blaricum 13.8.1912
- Den Haag 7.4.1993). Interpreteerde de klassieke sage op moderne wijze in zijn
drama Oedipoes en zijn moeder (1950). Een jaar later publiceerde hij
Amphytrion (in het maandblad Podium). Voorts vestigde hij de aandacht op zich
door zijn novelle Het petionnement (1950). Zijn werk is door de sterk
psychologische inslag en het suggestieve taalgebruik verwant aan Vestdijks proza. Schreef ook
opmerkelijke gedichten vol fijnzinnige impressies in uiterst geconcentreerde, bijna Japans-aandoende
vorm. Kreeg voor Amphytrion in 1955 de Vijverbergprijs.
Literatuur: P. Rodenko, ‘Max Croiset’, in: De sprong van Münchhausen (1959),
p. 94-99; A. Morriën, ‘De kunst van het verzwijgen’, in: Concurreren met de sterren
(1959), p. 162-166; M.J.G. de Jong, ‘Inzichten in uitzichten’, in: Twintig poëziekritieken
(19672), p. 99-103; H.A. Gomperts, [Over De Medeplichtigen], in: Wachten op niets.
Toneelkritieken (1970), p. 320-323; S. Buschman, ‘Wat de zinnen raakt’, in: Vuursteen
Schiedam 17 (1997) 4, p. 113-121.
G. Stuiveling
[aangevuld, november 2002]