Clercq, René de
Vlaams dichter, toneel- en romanschrijver (Deerlijk 4.11.1877 - Sint-Maartensdijk 12.6.1932). Promoveerde aan de Rijksuniversiteit te Gent, was
leraar te Nijvel, Oostende en Gent. In het begin van WO I leraar aan
de Belgische School te Amsterdam en redacteur van De Vlaamsche Stem. Na de
oorlog week hij uit naar Nederland en werd wegens zijn activisme in België ter dood veroordeeld.
In 1907 verzamelde hij uit zeven eerdere bundels zijn Gedichten.
Toortsen (1909) bevat socialistische gedichten. Dezelfde overtuiging vindt men in zijn
romans Het rootland (1912) en Hermand Niels (1913). De bundel
Uit de diepten (1911) is een klagelijke herdenking van zijn overleden vrouw. Na
De zware kroon (1915) met patriottische en royalistische gedichten, verscheen zijn
belangrijkste bundel, De noodhoorn (1917), waarin hij een opstandige, anti-Belgische, Vlaamsnationale overtuiging uitsprak. In 1921 verscheen nog een bundel liefdeslyriek,
Het boek der liefde, en verder bijbelse gedichten en treurspelen, zoals Kaïn,
Saul en David, Absalom. Zijn lyriek boekte succes tussen de wereldoorlogen. Veel van zijn
gedichten werden op muziek gezet. Een uitgave daarvan verscheen onder de titel Liederen op
gedichten van René de Clercq in 2002. In zijn geboorteplaats Deerlijk is een René de
Clercq-museum geopend.
Literatuur: Oosthoek; WP-lexicon; O. Steghers. René de Clercq in zijn werk en leven
geschetst (1917); René de Clercq's levensloop (1937); J.J. Wijnstroom. René de Clercq (1938);
L. Rens, ‘Het treurspel “Absalom” van René de Clercq’, in: Hand. Koninkl.
Zuidnederl. Mij v. Taal- en Letterk. en Gesch. 25 (1971), p. 245-269; G. Depamelaere. René de
Clercq, uit liefde alleen... (1977); K. Hulpiau. René de Clercq (1877-1932). Een monografie
(1986).
J. Vercammen en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, november 2002]