Claes, Paul
Vlaams classicus, essayist, dichter, romancier en vertaler (Leuven 30.10.1943).
Studeerde klassieke letteren en vervolgens Germaanse filologie (Nederlands en Engels). Deze
studies stelden hem in staat onderzoek te doen naar klassieke tekstverwijzingen in het werk van
Hugo Claus, resulterend in zijn proefschrift De mot zit in de mythe (1981). Claes'
proefschrift werd bekroond met de Prijs voor de Kunstkritiek in 1984 en met de Literaire Prijs van
de stad Antwerpen in 1985. Als wetenschappelijk medewerker was hij verbonden
aan de universiteit van Leuven (1984-1985) en Nijmegen (1985-1988).
In 1988 verscheen de essaybundel Echo's echo's, de kunst van de allusie, waarin
Claes allerlei vormen van intertekstualiteit en hun betekenis voor het literaire werk
beschrijft. De bundel werd in 1991 bekroond met de Driejaarlijkse Belgische Staatsprijs voor het
essay.
Intussen had Claes ook gedichten geschreven: in 1983 debuteerde hij met sonnetten in De
zonen van de zon, later opgenomen in de dichtbundel Rebis (1989). Deze
laatste bundel bestaat uit vijfentwintig sonnetten die elk een letter van het Griekse alfabet dragen. De
gedichten vertonen een ingenieus gebruik van allerlei literaire codes, waarbij Claes ernaar streeft om
de gecompliceerde verhouding tussen man en vrouw in al zijn facetten tot uiting te brengen. Daarmee
plaatst Claes zich in de maniëristische traditie die vanaf de zestiende eeuw deel uitmaakt van de Europese
literatuur. Claes maakt gebruik van allerlei bronnen die uit zeer verschillende disciplines stammen:
alchemie, bijbel, kunst, literatuur, mythlogie, muziek etcetera.
In de verhalenbundel Het laatste boek (1992) trekt Claes de consequenties van zijn
geobsedeerdheid voor tekstverwijzingen tot in het absurde door. Zijn held pleegt zelfmoord door
zich met een omgekeerde letter A in het hart te steken. De kameleon (2001) is de
verwerking van het soort memoires zoals die tijdens de Verlichting geschreven werden en waarin
een beeld gegeven wordt van het spel dat daarin gespeeld wordt met de waarheid.
Claes heeft een groot aantal vertalingen op zijn naam staan. Hij vertaalde werk van onder meer Catullus,
Sappho, Mallarmé, Rimbaud en Pound. Zijn magnum opus op dit gebied is de vertaling van Ulysses
van James Joyce in 1994. Omgekeerd vertaalde hij ook veel Nederlandstalige auteurs in het Engels
en het Latijn: Claus, Gezelle en Leopold. Voor
zijn gehele vertalersactiviteit werd hij in 1996 bekroond met de Martinus Nijhoffprijs.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; R. van der Paardt, ‘Ik schrijf nog
steeds niet zo snel als Hugo Claus’, interview in: Literatuur 3 (1986) 6, p. 375-379; Chr.
D'haen, ‘Het raadsel van de rebis. Over Paul Claes' bundel Rebis’, in: De Revisor 19 (1992)
2, p. 90-95; R. van den Broek, ‘De velerlei gedaanten van Proteus. Een bijdrage over Paul
Claes’, in: Ons Erfdeel 36 (1993) 5, p. 642-651.
G.J. van Bork
[nieuw, november 2002]