Claes, Jo
Vlaams prozaschrijver (Hasselt 28.2.1956). Schreef een aantal prozawerken waarin
hij gebruik maakt van magische of op z'n minst fantastische elementen, die overigens beschreven zijn
in een traditionele stijl, zoals De stenen toren (1985), De dwaling
(1986) en Postume dood (1987). Naar eigen zeggen maakt hij gebruik van de
vertelwijzen van Shakespeare en Dante. Het Kaïnsteken (1994) is een moderne
parabel waarin het verleden als bepalend voor hedendaags goed en kwaad wordt beschreven. In dit
boek gebeurt dat aan de hand van de jodenvervolging onder Mussolini, maar ook het persoonlijk
verleden van de hoofdfiguur. Claes doet in zijn romans nogal eens een beroep op psychologie en
parapsychologie.
Literatuur: Oosthoek; L. Lannoy, ‘Jo Claes’, in: M. Janssens e.a. (red.).
Geboekstaafd. Vlaamse prozaschrijvers na 1945 (1988), p. 80-82; W.M. Visser, ‘Jo
Claes’, in: Uitgelezen, reacties op boeken 10 (NBLC, 1988), p. 67-76; H. van Eygen,
‘Gelezen... en gekeurd’, in: Weirdo's Boortmeerbeek 4 (1990-1991) 1, p. 39-41.
G.J. van Bork
[nieuw, november 2002]