Charivarius
Pseudoniem van Gerard Nolst Trenité, Nederlands prozaschrijver
(Utrecht 16.9.1870 - Haarlem 9.10.1946). Studeerde klassieke
letteren en rechten en promoveerde in de staatswetenschappen. Was leraar te Haarlem (1900-1918). Hij redigeerde de rubriek ‘Charivari(a)’ in De Groene Amsterdammer, waarin hij
taal- en stijlslordigheden op geestige manier signaleerde, en verzamelde zijn bijdragen in
Charivaria (3 dln., 1913-1916). Zijn gedichten zijn verzameld in
Ruizerijmen (5 dln., 1914-1918), waarin ook enkele nonsensverzen zijn opgenomen.
Nog geraadpleegd wordt Is dat goed Nederlands? (1940). Schreef ook parodieën
op befaamde literaire werken, o.a. De storm (1912) en Don Quichotte
(1925), en een groot aantal spelen voor het amateurtoneel, o.a. De appel van Eris
(1935).
Literatuur: BWN; A. van Duinkerken en J.H. Speenhoff, in De Groene Amsterdammer,
20.7.1940; K. Stip, ‘De andere Charivarius’, in Vrij Nederland, 5.4.1986; ‘Nolst
Trénité’, in: Nederland's patriciaat 75 (1991), p. 353-365; J. Loonen, J. Posthumus en F.
Stuurman, ‘Gerard Nolst Trénité (1870-1946), dl 1’, in: Meesterwerk Nijmegen (1997) 9,
p. 17-29, (1998) 11, p. 29-39, (1998) 12, p. 13-30, (1998) 13, p. 30-39; J. Brouwers, ‘Rid-
en runders, fnaffers en fnuiters. Hommage aan Charivarius’, in: Papieren levens (2001), p. 39-48.
H.A. Wage
[aangevuld, november 2002]