Cauwelaert, August van
Vlaams dichter, essayist en romanschrijver (O.L. Vrouw-Lombeek 31.12.1885 -
Antwerpen 4.7.1945). Broer van de politicus Frans van Cauwelaert. Promoveerde te
Leuven in de rechten. Hij meldde zich als vrijwilliger bij het leger in 1914 en keerde zwaar invalide
terug uit de Eerste Wereldoorlog. Zijn wedervaren tijdens deze oorlog vormde de achtergrond voor
de bundel Liederen van droom en daad (1918), een van de belangrijkste
poëziebundels van Vlaanderen die door die oorlog zijn geïnspireerd. Werd vrederechter te Kontich,
daarna politierechter te Antwerpen. Van 1924 tot zijn overlijden redacteur van
Dietsche Warande & Belfort en lid van de Koninklijke Vlaamse Academie.
Debuteerde als dichter van gevoelige lyriek met Verzen (1909). Zijn poëzie verried
achtereenvolgens de invloed van Gezelle en Van de Woestijne,
doch werd na de oorlogservaringen dieper en persoonlijker. Kenmerkend zijn de religieuze en
meditatieve inhoud en de ongecompliceerde, maar bezielde verwoording. Schreef ook twee
psychologische romans over morele crises, die door een inniger geloofsbeleving overwonnen
worden, en enige meer realistische verhalen, waarvoor de stof aan zijn jeugdherinneringen en vooral
aan zijn ervaringen als rechter ontleend werd.
Stelde een bloemlezing samen uit de Vlaamse dichtkunst van zijn tijd, leverde vertalingen uit het
Duits en schreef essays over o.a. Karel van de Woestijne (1943), het individualisme van de Van
Nu en Straksers, de religieuze poëzie en de invloed van de jeugdjaren op het ontstaan van
letterkundig werk.
Literatuur: Oosthoek; WP-lexicon; ‘In memoriam August van Cauwelaert’, spec.
nr. van Dietsche Warande & Belfort 45 (1945) 6; J. Rombouts. August van Cauwelaert en zijn
tijd (1951); G. Walschap. August van Cauwelaert (Monografieën Vlaamse Letterkunde, 1959);
M. Gijsen. August van Cauwelaert (Ontmoetingen, 1968); A. Demedts, ‘August van
Cauwelaert ter gedachtenis’, in: Dietsche Warande & Belfort 131 (1986) 2, p. 101-107; S.
van den Bossche, ‘August van Cauwelaert: de zielen rijpen van verdriet’ in: Het
Pajottenland door schrijvers heen (1992), p. 45-59.
A. Demedts en G.J. van Bork
[aangevuld en verbeterd, november 2002]