Brulez, Raymond
Raymond Ferdinand Martin Jacques Gustave Brulez, Vlaams schrijver
(Blankenberge 18.10.1895 - Brussel 17.8.1972). Studeerde
wijsbegeerte en letteren aan de Vrije Universiteit te Brussel. Van 1936 tot mei 1938 was hij literair
adviseur bij het Nationaal Radio-Instituut te Brussel en van 1945 tot 1960 directeur van de Vlaamse
Gesproken Uitzendingen. Brulez debuteerde in 1930 met de roman André Terval of
Inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid, gevolgd in 1932 door de bundel fantastisch-wijsgerige verhalen Sheherazade of de literatuur als losprijs. Zijn omvangrijkste en
meest bekende werk is echter de tetralogie Mijn woningen (1950-1954, in 1 deel
herdrukt in 1997): Het huis te Borgen, Het pact der Triumviren,
De haven en Het mirakel der rozen.
In Het huis te Borgen (1950) verhaalt de auteur de geschiedenis van zijn kinderjaren in een
Belgische badplaats, waar zijn vader gemeentesecretaris is en zijn moeder een hotel-pension drijft,
dat een internationale cliëntèle herbergt. Het pact der Triumviren (1951) brengt het verhaal van het
eedverbond van onderlinge vriendschap, dat de schrijver in zijn jeugd met twee schoolkameraden
sluit, terwijl in De haven (1952) de verdere lotgevallen van de drie kameraden tot aan het uitbreken
van WO II worden beschreven. Het vierde boek, Het mirakel der rozen (1954), steunt op de
belevenissen van de auteur tijdens en kort na de jaren 1940-1945. Deze geromantiseerde
autobiografie is geschreven in een speels-ironisch proza, dat verwantschap vertoont met de
schrijftrant die Marnix Gijsen later beroemd heeft gemaakt. Naar de inhoud kan
men Mijn woningen beschouwen als de geschiedenis van een sociale klasse gedurende de eerste
helft van de twintigste eeuw in een badplaats aan de Vlaamse kust en in de Belgische hoofdstad. Het
werk wordt vooral gekenmerkt door de grondige afschuw van al wat naar het zwaarwichtige
zweemt. Een van zijn beste geschriften is De verschijning te Kallista (1953) waarin
het geloof in miraculeuze verschijningen wordt gepersifleerd.
Kenmerkend voor Brulez' schrijverschap is een ironische afstandelijkheid en zijn relativering van alle
zwaarwichtigheid. Hij wordt nogal eens in verband gebracht met de Franse Verlichtingsauteurs met
wie hij een opvallende gelijkenis vertoont in stijl en denktrant. Voor Het huis te Borgen kreeg hij de
driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza.
Literatuur: K. Jonckheere. Raymond Brulez (1961); B.F. van Vlierden, ‘Levensbericht’, in:
Jaarboek Mij der Ned. Letterkunde (1973-1974); M. Roelants, ‘Raymond Brulez’, in:
Schrijvers, wat is er van de mens? (dl 2, 1957), p. 216-251; J. Florquin, ‘Raymond
Brulez’, in: Ten huize van ... (dl 1, 1971), p. 45-62; R. Vervliet, ‘Raymond Brulez of het
pakt van de flamingant met de frankofiel’, in: Ons Erfdeel 20 (1977) 4, p. 551-563.
B. Decorte en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]