Brugman, Til
Mathilde Maria Petronella Brugman, Nederlandse prozaschrijfster
(Amsterdam 16.9.1888 - Gouda 24.7.1958). Kwam via Mondriaan in
contact met de avant-garde, speciaal met kunstenaars rond De Stijl, waarvoor ze artikelen
vertaalde. Ze schreef een bundel klankgedichten Klankzin, waarvoor ze echter geen
uitgever wist te interesseren. Hield zich tot na haar vijftigste op verschillende plaatsen in Europa
intensief bezig met studie en beeldende kunst. Verbleef vanaf 1929 in Berlijn waar ze haar
groteskenbundel Scheingehacktes (1935) publiceerde. Keerde in 1939 naar
Nederland terug, en in 1946 verscheen met de roman Bodem haar eerste
Nederlandstalige werk. Schreef diverse boeken voor de oudere jeugd, zoals Tijl Nix de
tranendroger (1948) en Wat de pop wist (1963). Karakteristiek voor haar
werk zijn een satirische humor en een ingehouden-moraliserende toon.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; A. Kossmann, ‘Til Brugman’,
in: Jaarboek Mij der Ned. Letterkunde 1958-1959 (1959); W.L.M.E. van Leeuwen, in: Avonden
op Drienerwolde (1966), p. 138-154; Til Brugmannummer van Lust & Gratie (1988) 19; M.
Slob. ‘De mensen willen niet rijpen, vandaar.’ Leven en werk van Til Brugman (1994).
J. Goedegebuure en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]