Broeck, Walter van den
Walter Stefaan Karel van den Broeck, Vlaams prozaschrijver (Olen
28.3.1941). Volgde hoger beroepsonderwijs Nederlands en geschiedenis te Lier en
werd leraar in deze vakken. Richtte in 1965 samen met Frans Depeuter en
Robin Hannelore het tijdschrift Heibel op. In 1974 verliet hij het onderwijs en werd
hoofdredacteur van het advertentieblad Turnhout Ekspres. Vanaf 1979 is hij redactielid van het
Nieuw Vlaams Tijdschrift.
In 1967 debuteerde Van den Broeck met de roman De troonopvolger, uitgegeven in
eigen beheer. Daarna volgden het feuilleton Lang weekend (1968) en 362.880
x Jef Geys (1970), waarmee hij als experimenterend prozaïst naam maakte. Voorts schreef
hij toneelstukken, televisiespelen en een kinderboek. Tevens is hij samensteller van een aantal anti-Hollander moppenboekjes, zoals 1 cola met 6 rietjes (1969).
Als kind uit een arbeidersgezin heeft Van den Broeck er steeds naar gestreefd om via zijn literaire
werk de geschiedenis van zijn land, speciaal van zijn streek, zo te beschrijven dat die een belichting
van onderaf kreeg, dat wil zeggen vanuit het gewone volk, daarmee de officiële beeldvorming
corrigerend. Heel duidelijk speelt dat engagement een rol in zijn toneelstuk Groenten uit
Balen (1972), dat een door hem van dichtbij meegemaakte staking tot onderwerp heeft. Het
stuk kende vele herdrukken en opvoeringen. In Brief aan Boudewijn (1980), de
roman die hem ook in Nederland op slag roem bracht en daar dan ook bekroond werd met de
Henriëtte Roland Holstprijs 1982, neemt hij koning Boudewijn als het ware bij de hand om hem te
confronteren met zijn onderdanen en hun leefomstandigheden. In De rekening van het
kind (1973) neemt hij misstanden in het onderwijs op de korrel. De ironie die zijn werk
kleurt, maakt dat zijn engagement echter nooit dogmatisch of zwaarwichtig wordt.
Zowel in deze romans als in de ‘doorkijkroman’ De dag dat Lester Saigon
kwam (1974) en de roman Aantekeningen van een stambewaarder (1977)
vormen autobiografische gegevens de aanleiding om een relativerend, maar tevens genuanceerd
beeld van de werkelijkheid te geven. Daarbij streeft hij naar de doorbreking van het kunstmatig in
stand gehouden traditionele beeld, dat naar zijn mening berust op politieke en ideologische
veronderstellingen die een bepaald (economisch) belang dienen. Hoezeer hij daarbij de actualiteit op
de voet volgt, blijkt uit Tien jaar later (Nieuw Vlaams Tijdschrift-cahier, 1982),
waarin hij opnieuw de personages uit Groenten uit Balen ten tonele voert, maar nu in
hun nieuwe sociale positie.
Tussen 1985 en 1992 verschenen vier romans die een cyclus vormen waarvan de titels elkaars
anagram zijn: Het beleg van Laken (1985), Gek leven na het bal! (1989), Het gevallen baken (1991) en Het leven na beklag
(1992). Deze cyclus leverde hem de Belgische Staatsprijs voor Vlaams verhalend proza op.
Van den Broecks werk werd veelvuldig bekroond. In 1972 ontving hij voor Mietje Porselein en
Lili Spring-in-'t Veld (1970) de prijs voor het beste kinderboek van de provincie Antwerpen. In
1973 werd hem de letterkundige prijs van de provincie Antwerpen toegekend voor Groenten uit
Balen. In 1981 werd zijn totale toneelwerk bekroond met de Sabamprijs. Voor Brief aan
Boudewijn verleende de stad Aalst hem de Dirk Martensprijs in 1981 en in 1982 kreeg hij de
Driejaarlijkse Staatsprijs voor Toneel.
Literatuur: J. de Vos, ‘Het theater van Walter van den Broeck’, in: Ons Erfdeel 21 (1978)
5, p. 699-708; Walter van den Broecknummer van Yang 15 (1979) 5; Walter van den
Broecknummer van De Vlaamse Gids 66 (1982) 3; H. Bousset, ‘Helder schrijven van een
ik’, interview in: Schrijven aan een opus (1982), p. 95-115; P. van Aken. Walter van den
Broeck, een introductie (1983); J. Borré. Walter van den Broeck (Grote Ontmoetingen 56,
1985); ‘Dossier Walter van den Broeck’, in: Kreatief 20 (1986) 1; H. Bousset, ‘Walter
van den Broeck’, in: Jaarboek Vlaamse literatuur (1986), p. 124-143; J. Paardekooper.
Walter van den Broeck, Brief aan Boudewijn (1993).
G.J. van Bork
[aangevuld, februari 2002]