Boudier-Bakker, Ina
Klaziena Boudier-Bakker, Nederlandse romanschrijfster
(Amsterdam 15.4.1875 - Utrecht 26.12.1966). Groeide op te
Amsterdam, bezocht aldaar de meisjes-HBS, kweekschool en het conservatorium (zang). Huwde in
1902 de latere postdirecteur Henri A.J. Boudier en woonde sindsdien o.m. te Utrecht,
Vianen, Aerdenhout en Groningen, om na 1929 weer in
Utrecht terug te keren.
Haar eerste verhalen bewezen reeds dat de schrijfster een geboren vertelster was; haar werk
maakte opgang. Zij zette de traditie van het 19de-eeuwse realisme voort, wel beïnvloed door de
naturalistische opvattingen over erfelijkheid en milieu, doch niet door de moderne stijl en kritiek van
‘Tachtig’. Zij gaf waarheidsgetrouwe en psychologisch verantwoorde uitbeeldingen van het
leven der gegoede burgerij waaruit zij voortkwam en waarin zij verkeerde: dit bleef haar beperking,
maar tevens haar kracht. Vooral gelezen werden de novelle Kinderen (1905), de
roman Armoede (1909), die het prototype werd van de burgerlijke familieroman, en
Het spiegeltje (1917), een psychologische roman over een driehoeksverhouding,
waarin plichtsgevoel de man ervan weerhoudt het verwende kindvrouwtje op te geven voor haar
gevierde zuster: de sterkeren brengen het offer.
Een vernieuwing gaf de schrijfster met het pessimistische De straat (1924). Het zeer
omvangrijke De klop op de deur (1930) werd, ondanks gereserveerde kritieken, een
bestseller. Als een Hollandse Forsyte Saga geeft het een beeld van drie generaties Amsterdams
familieleven uit de periode 1858-1918. De hoofdpersonen beleven de historische gebeurtenissen:
emancipatie, arbeidersbeweging enz. Meer dan in vroegere werken worden de levens gezien in het
licht van de steeds voortschrijdende tijd. Weemoedig was Aan den grooten weg
(1939), waarin het oude vertrouwde landschap moest wijken voor het moderne verkeer. Tijdens de
bezetting zweeg de vertelster, doch in verzen uitte zij haar afkeer van de nazi's en naar later bleek
ook in haar dagboeknotities Met de tanden op elkaar. Dagboeknotities 1940-1945
(1975). Bij haar 75ste verjaardag gaf zij in Goud uit stro (1950) een omvangrijke
familieroman uit de jaren omstreeks 1830. Kleine kruisvaart (1955) bevat veel
autobiografische gegevens. De schrijfster oogstte bijval met enkele toneelstukken en vele bundels
verhalen. In 1963 werd haar gehele oeuvre bekroond met de Tollensprijs.
Literatuur: BWN; Oosthoek; WP-lexicon; J.C. Bloem, ‘Een succesboek’, in: De
Gids 95 (1931) 8, p. 278-283; P.H. Ritter Jr. De vertelster weerspiegeld (1931); I. Boudier-Bakker tachtig jaar, een album amicorum (1955); G. Stuiveling, ‘In memoriam Ina Boudier-Bakker’, in: De Gids 130 (1967) 1/2, p. 105-107; H. Edinga, levensbericht, in Jaarboek Mij
Nederl. Letterk. (1966-1967); Idem. Tien huizen/duizend levens. Het leven van I. Boudier-Bakker (1969), herdrukt als De vrouw achter De klop op de deur (1970); G. Vaartjes, ‘Een
literaire rel uit 1935: Ina Boudier-Bakker en ‘Vrouw Jacob’’, in: Literatuur 2 (1985) 1,
p. 35-42.
G.W. Huygens
[aangevuld, februari 2002]