Bosch, Frederik van den
Nederlands prozaschrijver (Utrecht 23.12.1922 - Amsterdam
19.5.2001). Ging al jong met zijn ouders naar Indonesië. Tijdens WO II werd hij geïnterneerd in het
kamp Kesilir op Oost-Java. Keerde na de oorlog terug naar Nederland en studeerde Nederlandse
taal- en letterkunde in Leiden.
Van den Bosch debuteerde laat met de novelle ‘Het regenhuis’ (1953), later opgenomen in
de bundel Het regenhuis en andere verhalen (1978). De novelle ‘Het
regenhuis’ is gebaseerd op de confrontatie van het Indië uit de herinnering en het latere
zelfstandige Indonesië: het eigenlijke ‘thuis’ dat geen thuis meer is. Vrijwel alle verhalen van
Van den Bosch draaien om dit thema. Daarbij roept hij de sfeer van de omgeving heel precies, maar
met sterk literaire middelen op, gebruikmakend van veel inheems taalgebruik. Dat maakt het nodig
dat zijn terminologie in een aparte woordenlijst bij de uitgave wordt verklaard, hoewel Van den
Bosch zelf eigenlijk liever een beroep doet op lezers die dat niet nodig hebben omdat ze op de
hoogte zijn.
In zijn tweede verhalenbundel, In een plooi van de tijd (1983) speelt opnieuw
Indonesië een rol, maar ook de indrukwekkende natuur van Lapland. Het gaat nu echter niet meer
alleen om het verlangen naar het verlorene, maar ook om de gegroeide en onoverbrugbare afstand
tot het ‘verloren land’.
Van den Bosch put bij het schrijven uit persoonlijke herinneringen. Het verhaal ‘Nostalgie’
bijvoorbeeld is gebaseerd op zijn reis naar Indonesië in 1981.
Literatuur: Kritisch lexicon; Rob Nieuwenhuys. Oost-Indische spiegel (19783), p. 552-554.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2002]