Bomans, Godfried
Godfried Jan Arnold Bomans, Nederlands prozaschrijver (Den Haag
2.3.1913 - Bloemendaal 22.12.1971). Zoon van rooms-katholiek advocaat-politicus;
groeide op te Haarlem, leerling aan het Triniteitslyceum. Studeerde aanvankelijk
rechten te Amsterdam (medewerker Propria Cures), daarna filosofie te
Nijmegen maar wijdde zich, aangemoedigd door het succes van zijn eerste boeken,
na 1945 uitsluitend aan journalistiek (Elseviers Weekblad) en andere publicistische activiteiten.
Woonachtig te Haarlem was hij o.m. voorzitter van de sociëteit Teisterbant.
Na de opmerkelijke successen met de politieke satire Memoires of gedenkschriften van
minister Pieter Bas (1937) en de droomreportage van het jongetje Erik of Het klein
insectenboek (1941), waarin hij zijn talent toonde zowel als humoristisch waarnemer en als
fantaserend sprookjesverteller, legde hij zich vnl. toe op werk van kortere adem: verhalen, schetsen,
sprookjes, echte en gefantaseerde reportages, humoristisch-moraliserende bespiegelingen enz.
Gebundeld behaalden deze teksten enorme oplagen en talrijke herdrukken. Door zijn opmerkingsgave en de
rake, hoewel soms wat apodictische wijze waarop hij zijn waarnemingen en commentaren op het
dagelijks leven wist te verwoorden, verwierf hij zich een buitengewone populariteit. Deze werd nog
aanzienlijk vergroot door zijn activiteiten als onderhoudend spreker en als medewerker aan diverse
radio- en televisieprogramma's. Terwijl hij in wezen een introverte en contemplatieve natuur was,
legde hij in zijn optreden naar buiten en in zijn improvisatorische invallen een opmerkelijke
gemakkelijkheid aan de dag. In latere jaren werd zijn toon ernstiger.
Hoewel van huis uit rooms-katholiek, kon hij zich met recht een ‘sceptisch gelovige’ noemen en streefde hij in zijn beschouwingen naar objectiviteit en onafhankelijkheid van geest. Door hem te
vergelijken met Carmiggelt - die overigens zelf een grote waardering voor het werk
van Bomans had - heeft de kritiek het eigen karakter van zijn talent vaak miskend, maar in zijn
laatste jaren en na zijn dood namen de positieve geluiden toe. Bomans zelf noemde als zijn
inspiratiebronnen veeleer auteurs als Dickens, Hildebrand, Andersen en
Van Deyssel. Van Dickens vertaalde hij veel, o.a. De Pickwick Club in 1952, en
over Dickens schreef hij Dickens, waar zijn uw spoken? (1972). Op latere leeftijd
ging Bomans terug naar zijn rooms-katholieke wortels, o.m. met In de kou (samen
met M. van der Plas, 1969) en Beminde gelovigen (1970).
In Haarlem komt regelmatig het Godfried Bomans Genootschap bijeen dat na diens overlijden werd
opgericht en sinds 1978 het periodiek Godfried uitgeeft. Erik of Het klein insectenboek dat meer
dan vijftig drukken beleefde werd ook vele malen vertaald en bewerkt voor toneel en televisie.
Literatuur: BWN; Lexicon jeugdlit.; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; M. van
der Plas e.a. (red.). Herinneringen aan Godfried Bomans (1972); J. Bomans. Godfried achteraf
bekeken (1978); B. Aafjes. Bomans was de naam (uitg. in combinatie met grammofoonplaten door
T. van Verre, 1978); E. Popelier. Godfried Bomans (1981); J.G.M. Brouwers. De spoken van
Godfried Bomans (1982); M. van der Plas. Godfried: het leven van de jonge Bomans 1913-1945 (1982); M. van der Plas. Buurmans gras. Herinneringen aan Böll, Bomans en Van
Duinkerken (1986), p. 79-88.
G.W. Huygens en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]