Blaman, Anna
Pseudoniem van Johanna Petronella Vrugt, Nederlandse prozaschrijfster
(Rotterdam 31.1.1905 - Rotterdam 13.7.1960). Volgde een opleiding tot
onderwijzeres en studeerde Frans MO, maar wijdde zich later geheel aan de letteren.
Na met gedichten te hebben gedebuteerd in Helicon en met schetsen in het maandblad Werk
(1939) maakte zij naam met haar eerste roman, Vrouw en vriend (1941). Daarin
komt reeds het thema voor, dat in allerlei variaties haar mensbeeld heeft gekenmerkt: de erotiek.
Naar haar besef was dit de diepste drift in ieder mens, een duistere drift, die ook vaak vervulling
zocht langs averechtse wegen. Dit te erkennen, niet schaamteloos maar wel zonder schaamte, als
een ervaringsfeit, leek haar een eis van eerlijkheid. Men heeft haar het ‘wroeten’ in de
donkere bewustzijnslagen en het onbeschroomde uitbeelden van bepaalde gevoelens en handelingen
aanvankelijk meer dan eens verweten. Zij onderging dit als een miskenning van haar zuivere
bedoeling: de mens te doorgronden - omdat zonder deze doorgronding, die tevens zelfkennis
betekent, zowel de kunst als het leven de zin verliest. Zij heeft het dan ook ervaren als een openlijke
rechtvaardiging, toen haar in mei 1957 de P.C. Hooftprijs werd toegekend (zie haar dankwoord in
Het boek van nu, juni 1957).
In haar romans Eenzaam avontuur (1948), Op leven en dood (1954)
en De verliezers (1960) en ook in enkele van haar aangrijpende novellen, speciaal in
de bundel Overdag en andere verhalen (1957), ziet men de verwarring van
gevoelens, de onontkoombare menselijke eenzaamheid, de beklemming van het
minderwaardigheidsbesef, de oerangst voor het niets: geheel de positiebepaling van de mens volgens
existentialistisch besef. Die eenzaamheid wordt het sterkst voelbaar gemaakt in de liefdesrelaties die
in haar werk beschreven worden. De invloed op haar werk van verwante figuren als Sartre, Simone
de Beauvoir en Albert Camus is onmiskenbaar, maar door het Hollands-burgerlijke van haar figuren
liep haar oorspronkelijkheid geen gevaar. Blaman wilde overigens meer dan de
erkenning van de tragische menselijke positie; zij wilde ook en vooral dat de mens de moed zou
hebben zijn tekort te aanvaarden en zijn menselijke waardigheid te handhaven, niet ondanks de
fatale waarheden van zijn zelfkennis, maar juist op grond daarvan. Wie haar proza aandachtig leest,
vindt achter de sombere, aan Emants en Van Oudshoorn
herinnerende werkelijkheidsweergave haar menselijke mededogen, haar levensmoed, haar
vlijmscherpe zelfontleding, haar drang tot zingeving naar humanistisch inzicht. Dat neemt niet weg dat
haar roman Eenzaam avontuur nog een kortstondig schandaal veroorzaakte op een zgn.
‘boekentribunaal’ in Rotterdam tijdens de boekenweek van 1949.
Anna Blaman heeft een groot aantal lezingen gehouden, waarvan de meeste nooit door haar werden
uitgeschreven en die dus niet gedrukt werden. Wat er wel gedrukt werd, is opgenomen in
Anna Blaman over zichzelf en anderen. Poëzie, artikelen en lezingen dat postuum
in 1963 verscheen.
Literatuur: BWN; Kritisch lexicon; Lexicon lit. werken; Oosthoek; WP-lexicon; Anna
Blaman, twee lezingen door Hella Haasse en Alfred Kossmann (1961); Anna Blaman.
Schrijvers prentenboek, 8 (1962); H.M.A. Struyker Boudier, ‘Anna Blaman (Rotterdam 31
jan. 1905-Rotterdam 13 juli 1960)’, in: Jaarb. Mij der Nederl. Letterk. 1969-1970 (1971), p.
87-92; Idem. Speurtocht naar een onbekende (diss., 1973); C.J.E. Dineaux, ‘Anna
Blaman’, in: Herzien Bestek (1974) p. 252-260; C. Lührs. Mijn zuster Anna Blaman (1976);
Anna Blaman-nummer van Literama, 13 (1978) 7/8; J. Mendels, ‘Anna Blaman en ik’, in:
Welkom in dit leven, verhalen (19822); H. Struyker Boudier. Anna Blaman, ‘Op leven en
dood’ (1984); Anna Blaman, informatie en herinneringen (1985); X. Schutte, ‘‘Een
eenzaam hongerend verlangen’ over Anna Blaman’, in: M. Prinssen en L.Th.Vermij (red.).
Schrijfsters in de jaren vijftig (1991), p. 24-35; A. van Heijst. Leesbaar lichaam, verhalen van
lijden bij Blaman en Dorrestein (1993).
G. Stuiveling en G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]