Berge, Claude van den
Pseudoniem van Rony Maria Florimond Pauwels, Vlaams dichter en prozaschrijver
(Assenede 30.4.1945). Studeerde plastische kunsten aan de St. Lukasacademie en
voordrachtskunst aan het Koninklijk Conservatorium, beide te Gent. Werd leraar
voordrachtskunst te Eeklo.
Debuteerde in 1968 met de roman De ontmoetingen. Met een ijzeren zelfdiscipline
werkt Van den Berge aan een samenhangend oeuvre waarin hij de concrete realiteit afwijst om
daarvoor in de plaats een eigen realiteit in woorden op te bouwen. Hij streeft daarbij naar een
volledige parallellie tussen ascetisch leven en werk. Daarin streeft hij naar contemplatie en stilte, die
bereikt worden door muzikale zuiverheid in een dwangmatig ritmisch proza, vergelijkbaar met het
werk van minimale componisten als Reich en Glass. Een roman als De angst (1972)
werd beïnvloed door existentiefilosofen als Heidegger en Kierkegaard, maar ook godsdienstige
invloeden spelen een rol, bijv. het boeddhisme in Ergens zijn (1977). Voorts is er
invloed van Willy Roggeman en Gottfried Benn. Van den Berge's werk werd o.m.
bekroond met de Dirk Martensprijs 1975.
Van den Berge schreef ook poëzie, o.m. opgenomen in Je zal er nooit meer opnieuw
zijn (1977) en De zang van de maskers (1988), al zijn de grenzen tussen zijn
prozateksten en deze poëzie soms moeilijk aan te geven. De koude wind die over het zand
waait (1978) bijvoorbeeld is een boek dat bestaat uit 17 ‘liturgische zangen’ die elk
op zich weer zijn opgebouwd uit ritmische onderdelen.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; J. van Hulle, ‘Claude van den
Berge op vernieuwde wegen’, interview in: Kreatief 21 (1987) 2/3, p. 38-45; C. Alleene,
‘Schrijven blijft de laatste vorm van vrijheid’, interview in: Schrijvers zijn ook maar mensen
(1987), p. 99-108; L. Rademakers, ‘De zorg van de maskers: poëzie van Claude van den
Berge’, in: Kreatief 23 (1989) 1, p. 33-39; H. Bousset, ‘Claude van den Berge: schrijven
met stilte’, in: Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986 (1990), p. 154-161.
G.J. van Bork
[ingrijpend gewijzigd, februari 2002]