Beek, Geert van
Gerardus Johannes van Beek, Nederlands prozaschrijver en dichter
(Gennep 13.3.1920 - Veghel 2.1.2001). Aanvankelijk onderwijzer,
studeerde Nederlands te Amsterdam en werd leraar Nederlands in
Tilburg en Veghel.
Van Beek debuteerde in 1952 met het korte verhaal ‘De ballon’ in het tijdschrift Roeping. In
dit verhaal en in de prozabundel Een hand boven de ogen (1960) rekent hij af met
zijn traditionele katholieke opvoeding in een satirisch-ironische toonzetting. In zijn latere werk
overweegt een humanitaire geesteshouding. De roman Buiten schot (1961),
geschreven met een regeringsopdracht, behandelt de problematiek van een pacifist in oorlogstijd. De
roman werd bekroond met de Anne Frankprijs in 1962. De thematiek van oorlog, geweld en
pacifisme speelt ook in later werk een belangrijke rol. Daarbij maakt Van Beek vaak gebruik van
het naïeve perspectief van kinderen, die in hun onbedorvenheid nog fris reageren op de
scheefgegroeide wereld van de volwassenen, zoals in De dia's van Andrea (1974;
1977) en De steek van een schorpioen (1968), waarvoor hij de Vijverbergprijs
kreeg in 1968.
Een derde thema wordt uitgewerkt in De gekruisigde rat (1965). Hierin speelt de
zingeving van het lijden en de dood een hoofdrol, meestal tot uitdrukking gebracht in het verzet in de
vorm van verhoogde vitaliteit en afwijzing van elke vorm van berusting. Dat thema beheerst ook de
verhalenbundel Het Mexicaanse paardje (1966) en de novelle Blazen tot
honderd (1977).
Hoewel het werk van Geert van Beek overwegend positief beoordeeld werd in de literaire kritiek,
bleek de belangstelling van het publiek voor zijn werk vrij gering.
Literatuur: Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon; ‘Geert van Beek vijftig’, spec.
nr. van Raam (1970) 66; H. Bousset, ‘Geert van Beek’, in: Schreien, schrijven,
schreeuwen (1973), p. 91-114; J. van de Sande, ‘De bezielde wereld van Geert van Beek’,
in: Ons Erfdeel 33 (1990) 2, p. 230-237; W. Kusters. Een hemd met paardjes: over het werk
van Geert van Beek (met bibliografie; 1990); B. Kooijman, ‘Bekentenissen van drie
vrienden’, in: Leydraden (1994) 16, p. 20-26.
G.J. van Bork
[nieuw, februari 2002]