Amerongen, Martin van
Nederlands journalist, essayist en redacteur (Amsterdam 8.10.1941 - Amsterdam
11.5.2002). Zoon van een joodse vader en een christelijk opgevoede Duitse moeder. Die
achtergrond heeft zijn belangstelling voor de Duitse cultuur, met name de muziek, maar ook de
literatuur, in hoge mate bepaald. Hij was vooral geïnteresseerd in de joodse bijdragen aan die cultuur. Van
Amerongen was een autodidact die zich al vroeg voor klassieke muziek interesseerde en daarover een grote kennis zou verwerven. Een vroeg baantje bij de Stichting Jeugd en Muziek
verschafte hem toegang tot die wereld van de muziek.
Van Amerongen begon zijn in 1962 loopbaan als journalist bij de provinciale
redactie Friesland van Het Vrije Volk, waar hij het plaatselijke nieuws verzorgde, maar ook al
vroeg over Mahler publiceerde. In 1965 trad hij toe tot de redactie van Vrij Nederland, waarin hij
tot 1 mei 1984 actief was. Hij legde zijn functie neer naar aanleiding van een intern redactieconflict
over het Midden-Oosten. In zijn tijd bij Vrij Nederland verscheen een aantal briefwisselingen met
bekende publieke persoonlijkheden onder de titel De brieven van Ir. H.A. Schuringa
(1981), die geschreven waren door een duidelijk reactionaire auteur. De uitgave bleek een
mystificatie waarachter Van Amerongen schuilging. Een bundel fictieve interviews van deze Ir.
Schuringa verscheen in 1984 onder de titel De mens centraal. Op 1 januari 1985
werd Van Amerongen hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer.
Van Amerongen besteedde op literair gebied vooral aandacht aan Heinrich Heine. In 1975
verzorgde hij een vertaling van Die Harzreise, waaraan hij een uitvoerig essay onder de titel ‘In
het voetspoor van de dichter’ toevoegde (opgenomen in de reeks Privé Domein). In Het
matrassengraf (1985, herz. druk 2002) schreef hij over Heines sterfbed. In Heine en
Holland (1997) verzamelde hij stukken die hij eerder in De Groene Amsterdammer publiceerde.
Vanuit zijn grote kennis van de muziek schreef Van Amerongen over Bach, Mozart, Schubert en
Wagner. Over Bachs Mattheuspassie schreef hij Zijn bliksem, zijn donder (1997),
over Mozart een Mozartbrevier (1992). Het meest opzienbarend is toch wel zijn boek
over Wagner, met wie na WO II steeds geworsteld is vanwege diens antisemitisme en de
nazi-verering die hem ten deel viel. Van Amerongen schreef met De buikspreker van
God (Privé Domein, 1983) een essay over Wagner, waarin hij niet alleen de muziek van
Wagner analyseert, maar ook de abjecte manier waarop met deze componist is omgesprongen na
diens dood.
Martin van Amerongen was tot zijn overlijden in 2002 redacteur van De Muze, een periodiek van
het Concertgebouw en het Concertgebouworkest. Hij droeg ook veelvuldig bij aan dit blad met artikelen en columns. Voorts vertaalde hij enkele zedenkomedies van Schnitzler.
Literatuur: H. Schoots, Van Amerongen, letterknecht (1997); I. Cornelissen, Terug naar
Zwolle, dwarsliggers en ander volk (2002).
G.J. van Bork
[nieuw, december 2002]