Winkler Prins, Jakob
Nederlands dichter en prozaschrijver (Tjalleberd
5.2.1849-op de Keltische Zee, aan boord van het s.s. Saint Andrew, 25.11.1904).
Zoon van Anthonij Winkler Prins. Leidde een weinig conventioneel bestaan; was
o.a. schilder in Parijs, leraar in Engeland, woonde ten slotte in Beekbergen
waar hij heide ontgon om te tuinieren. Uit zijn Sonnetten (1885), met
natuurimpressies, spreekt verwantschap met de Tachtigers. Hij voelde zich als
dichter aangetrokken door het werk van Shelley, wiens natuurmystiek zijn visie
verdiepte. Kloos prees de plastiek van zijn vers, die zijn gedichten aan
aquarellen doet denken.
Onder ps. Kasper Brandt schreef hij ook enkele verhalen
en publiceerde studies en kritieken in versch. bladen. Hier toonde hij vooral
filosofische belangstelling.