Walravens, Jan
Eig. Frans Johannes, Vlaams romanschrijver, essayist en
(kunst)criticus (Anderlecht 7.8.1920-Ukkel 25.6.1965). Was journalist en sedert
1961 redactiesecretaris van De Vlaamse Gids. In 1949 was hij
medestichter en later ook redactiesecretaris van Tijd en Mens
(1949-1955). In die periode trad Walravens op als een fervent verdediger van de
moderne, avantgardistische en experimentele kunst, en van het moderne,
existentialistische levensklimaat. Hieraan heeft hij zijn beste essays gewijd:
`Opstandigheid, verrukkelijke arend' (in De Vlaamse Gids, 38, 1953),
Mislukt in de morgen (1952), over De Sade, en Phenomenologie van de
moderne poëzie (1951). Even belangrijk zijn de bloemlezingen van de
nieuwe literatuur: Waar is de eerste morgen? (1955), uit de
experimentele poëzie in Vlaanderen, en Vijfde kolom. Jong Vlaams
proza (1957).
Zijn ethische en filosofische bewogenheid was even
doorslaggevend. Uitgaande van zijn eigen situatie - de existentiële crisis
van de hedendaagse intellectueel - werd hij de woordvoerder van de generatie
van na wo ii die zich inspireerde op Sartre, Camus en Breton om de absurditeit,
de angst en de eenzaamheid van de tussen wanhoop en opstand verscheurde mens te
verwoorden. In zijn romans Roerloos aan zee (1951) en Negatief
(1958) heeft Walravens getracht de problematiek van het nihilisme en de moord
op God (of de vaderfiguur) gestalte te geven. Beide werken zijn echter te
theoretisch, en de bedoelde psychologische evolutie van de overigens vrij
exemplarische personages wordt overwoekerd door metafysische speculaties. De
roman Factor drie,