Waarsenburg, Hans van de
Eig. Johannes Paul Richard Theodorus, Nederlands dichter
(Helmond 21.7.1943). Volgde een opleiding aan een katholieke kweekschool en
werd in 1966 onderwijzer in Maastricht, waar hij op politiek en cultureel
gebied uiterst actief is. In 1965 debuteerde hij met de bundel
Gedichten. Was redacteur van het tijdschrift Kentering vanaf 1966
en van 1970 tot 1976 secretaris van het pen-centrum Nederland, een functie die
hij sedert 1981 opnieuw vervult. Hij is medewerker van het kunstprogramma Het
Geheim van de Regionale Omroep Zuid en van het literaire programma Literama van
de ncrv.
Aanvankelijk schreef Van de Waarsenburg vooral
geëngageerde poëzie, waarin echter vanaf het begin ook de
ontoereikendheid van de taal om verandering in de werkelijkheid te
bewerkstelligen doorklinkt. Zijn Keuze uit de politieke gedichten van Hans
van de Waarsenburg (1978) zou men als een afsluiting van deze poëzie
kunnen zien. Daarna komt het accent te liggen op thema's als de zee, waarin
vooral de eeuwigheid wordt gesymboliseerd tegenover het verval, de vergrijzing
en de dood. Deze thematiek komt ook tot uiting in de titels van zijn bundels
poëzie: De vergrijzing (1972), De dag van de witte
chrysanten (1979) en Zeeschappen (1981).
Samen met Willem M. Roggeman stelde hij de bloemlezing
Vijftig na '50 (1973) samen, een keuze uit de nieuwe poëzie sinds
de Vijftigers. Voorts gaf hij enkele omvangrijke interviews met bekende auteurs
uit: A. den Doolaard (1982) en Voetsporen door de tijd. Theun de
Vries (1984).