Literatuur:
M. Uyldert, A.V. (1908); E. d'Oliveira, in De mannen van
'80 aan het woord (1909); A. Donker, De episode van de vernieuwing onzer
poëzie, 1880-1894 (1929); S. Vestdijk, A.V. en de Idee (1940,
19652); I.P. de Vooys, In het midden van V.'s dichterschap
(1941); M. Uyldert, Over de poëzie van A.V. (1942); J.C. Brandt
Corstius, Duel om het dichterschap. Herman Gorter en de school van A.V.
(1946); J.J. Gielen, De dichter V. (1946); M. Uyldert, De jeugd van
een dichter (= Uit het leven van A.V., i) (1948); I.P. de Vooys,
Bij het lezen van A.V.'s gedichten (1949); W.J. de Pauw, A.V. en
Stefan George (1953), diss.; M. Uyldert, Dichterlijke strijdbaarheid (=
Uit het leven van A.V., ii) (1955); M. Hanot, De beginselen van A.V.'s
literaire kritiek (1957), diss.; M. Uyldert, Naar de voltooiing (=
Uit het leven van A.V., iii) (1959); P.N. van Eyck, Een halve eeuw
Noordnederlandse poëzie, iv, A.V., 1 (1962); F.W. van Heerikhuizen,
A.V. (1963); B.M. Baxter, A.V.'s Translations from Shelley's Poetical
Works (1963); Th. Weevers, Mythe en vorm in de gedichten van A.V.
(1965); J. Kamerbeek, A.V. en het nieuwe classicisme (1966), diss.; M.
Wolf, A.V. and English Romanticism (1977), diss.; J.C. van Aart,
Idealisme en idéisme (1977), diss.; Th. Weevers, Droom en
beeld. De poëzie van A.V. (1978); S. van Faassen, `A.V. en de waarheid
van poëzie', in Was ik er ooit eerder? (1980); G. Puchinger,
`A.V.', in Ontmoetingen met literatoren (1982); M.J.G. de Jong,
`Dichterschap of meesterschap?', in Nieuw Vl. Tijdschr., 36 (1983); R.
van der Paardt, `"Die antieken, daar zit veel in": over de epische fragmenten
van A.V. en Willem Kloos', in Jaarb. Mij der Nederl. Letterk. 1893-1984
(1985).
[H.A. Wage]