Onweer, uitgegeven in de bundel Drie novellen als
boekenweekgeschenk. Direct daarna verscheen haar eerste dichtbundel Parken
en woestijnen (1940), waarvoor zij in 1941 de Van der Hoogtprijs kreeg. In
1947 verscheen de bundel De vogel Phoenix en in 1954 Vergezichten en
gezichten. Van het begin af aan is haar poëzie een grote
belangstelling ten deel gevallen die resulteerde in een voor poëzie groot
aantal herdrukken. Befaamd geworden gedichten als `De idioot in het bad',
`Drank, de onberekenbare', `Het ezeltje' of `Afsluitdijk' zijn kenmerkend voor
de tegenstellingen die zij ook in de titel Parken en woestijnen
verwoordt, nl. die van orde en chaos, tijd en eeuwigheid, gebondenheid en
vrijheid. Deze thematiek wordt als algemeen menselijke problematiek
gepresenteerd, bijv. als de innerlijke verscheurdheid van de mens. In de bundel
De vogel Phoenix, opgedragen aan haar jong gestorven zoon Dicky, worden
persoonlijke ervaringen verwerkt tot symbolen van een wijder strekking. In deze
bundel spelen thema's als liefde, smart en dichterlijke inspiratie een
belangrijke rol. In Vergezichten en gezichten ten slotte ligt de nadruk
vooral op het menselijk tekort en de onmacht van de taal. In haar hele
poëtische oeuvre worden verschijnselen uit de werkelijkheid steeds
geplaatst in het licht van het eeuwige. De werkelijkheid toont de lezer een
chaotisch en verbrokkeld beeld. De dichter zoekt naar de samenhang, de harmonie
in die chaotische werkelijkheid en tracht de eenheid te herstellen door het
leggen van verbanden. Om deze reden werd Vasalis' poëzie wel gekenmerkt
als neosymbolistisch.
Vasalis is zeer selectief in wat zij publiceert. Haar
medewerking aan tijdschriften is dan ook uiterst beperkt. Een deel van haar
gedichten verscheen in Criterium. Later (1948-1953) werkte zij nog mee
aan Libertinage. Behalve enkele bloemlezingen, een enkel essay en
één gedicht in Tirade publiceerde zij sinds 1954 niet
meer.
De poëzie van Vasalis werd versch. malen bekroond.
In 1957 verwierf ze de Poëzieprijs van de gemeente Amsterdam voor
Vergezichten en gezichten, in 1963 de Culturele prijs van de provincie
Groningen, in 1974 de Constantijn Huygensprijs voor haar gehele oeuvre en in
1982 de P.C. Hooftprijs.