Vandeloo, Jos
Eig. Josephus Albertus, Vlaams dichter en
(toneel)schrijver (Zonhoven 5.9.1925).
Aanvankelijk scheikundige in de mijnindustrie, daarna
journalist, sedert 1954 in het boekbedrijf werkzaam. Studeerde enige tijd
Nederlandse en Franse letterkunde, waarin hij ook zelf les gaf. Wijdde zich
vanaf 1983 geheel aan het schrijverschap.
Hij debuteerde met het verhaal Het kruis dat wij
dragen (1953). Naast enige gematigd experimentele dichtbundels, verzameld
in Dadels voor een vizier (1965), verwierf hij bekendheid met zijn
verhalen De muur (1958) en de romans Het gevaar (1960) en De
vijand (1962), die op beklemmender wijze dan in zijn tamelijk bezwerende
poëzie de existentiële angst in de door de techniek bedreigde
maatschappij doen aanvoelen. Ook in zijn later proza- en toneelwerk staan de
menselijke eenzaamheid, vervreemding, de automatisering en het rassenprobleem
centraal. Hij beschikt over een sobere, vlotte stijl, die op schokeffecten uit
is, het best geslaagd in zijn naar het magisch-realisme zwemende korte verhalen
als De croton (1963), Het huis der onbekenden (1963) en De 10
minuten van Stanislas Olo (1969). In De muggen (1973), een roman
over een mislukt huwelijk, mediteert hij over leven, liefde en dood. Minder
agressief en pessimistisch stelt hij zich op in zijn in parlandostijl
geschreven dichtbundels Copernicus of De bloemen van het geluk (1967) en
De glimlach van een vlinder (1969). Het werk van Vandeloo werd
verschillende malen bekroond, o.a. met de prijs van de provincie Antwerpen voor
romans (1961) en voor toneel- en televisiespelen (1967). Versch. van zijn
verhalen en scenario's werden verfilmd.