De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Tournier, Luc

Ps. van Christiaan Joseph Hendrik Engels, Nederlands dichter en essayist (Rotterdam 19.11.1907-Willemstad 20.12.1980). Studeerde medicijnen in Leiden; was vanaf 1936 arts op Curaçao. Pianist in het Curaçaos Philharmonisch Orkest. Van 1940 tot 1950 was hij uitgever-redacteur van De Stoep, een Nederlands periodiek in Willemstad dat gedurende wo ii de Nederlandse literatuur-in-vrijheid vertegenwoordigde en bijdragen bracht van Greshoff, Terborgh e.a. Ook daarna was Tournier, die tevens componeerde en schilderde, een centrale figuur in het culturele leven op Curaçao, die ook politiek actief was, o.m. als kabinetsformateur.

Zijn gedichten zijn, in hun brokkeligheid, zeer persoonlijke uitingen. Vaak illustreerde hij zijn bundels zelf, zoals Kleine Curaçao-verzen, dat als bijdrage verscheen van De Stoep in 1941. Dichter in New York (1959, 1965², met illustraties van Corneille, is geschreven naar het voorbeeld van García Lorca. Zijn proza werd verzameld in o.a. De papegaaien sterven en andere verhalen (1977).

Werken:

Kunst en vliegwerk (1965); Corpulent en minuscuul (1972); Geen droom, maar eeuwigheid (1977), p.

Uitgave:

C. Debrot (ed.), Doffe Orewoed (1948, 1980²), bloeml.

Literatuur:

C. Debrot e.a., L.T. zeventig (1977); J. de Roo, in Antilliaans literair logboek (1980); H. Hoetink, in Jaarboek Mij der Nederl. Letterk. 1980-1981 (1982).

[H.A. Wage en red.]