Suchtelen, Nico van
Eig. jonkheer Nicolaas Johannes van Suchtelen, Nederlands
prozaschrijver (Amsterdam 25.10.1878-Ermelo 26.8.1949). Studeerde
natuurwetenschappen, sociologie en economie te Amsterdam, later psychologie en
filosofie in Zürich. In 1903 debuteerde hij met zijn dramatisch gedicht
Primavera, dat gevolgd werd door een bundel Verzen (1905), waarin
de idealistisch-wijsgerige levensopvatting van de auteur en zijn beheerste
dichterschap, verwant aan Verwey, duidelijk blijken. Een korte tijd maakte hij
deel uit van `Walden', Van Eedens tolstojaanse kolonie te Bussum. Door deze
ervaringen geïnspireerd schreef hij de ironische roman Quia
absurdum (1906), waarin humaan geloof en scherpe kritiek elkaar in
evenwicht houden. Na een paar jaar zonder succes als uitgever werkzaam te zijn
geweest, hervatte Van Suchtelen zijn studie; in 1911 promoveerde hij op De
waarde als psychisch verschijnsel, aldus zijn inzichten als psycholoog
combinerend met zijn kennis als socioloog en econoom.
In 1913 werd hij directie-secretaris van de
Wereldbibliotheek, de progressief-culturele stichting van Leo Simons, wiens
mededirecteur en opvolger hij werd. Ondanks een veelomvattende functie zag hij
kans als dichter en prozaïst werkzaam te blijven, al verschoof zijn proza
allengs van het creatieve naar het beschouwelijke. Zoals hij in zijn uitgeverij
ideaal en praktijk trachtte te verenigen, verenigde hij in zijn werk
vernieuwing en traditie: hij behoorde tot de eerste Nederlandse kenners en
bewonderaars van Freud, maar was naar aard en voorkeur een volgeling van
Spinoza en Erasmus. Als religieus humanist en overtuigd pacifist diep geschokt
door wo i, schreef hij De stille lach (1916), een roman in brieven die
tot de meest gelezen boeken van die tijd behoorde en waaraan (naar in een
latere druk werd meegedeeld) Annie Salomons had meegewerkt. Smaakvol van stijl,
fel van maatschappijkritiek en verantwoord uit een oogpunt van
kinderpsychologie is voorts Eva's jeugd (1923). In het ongelijksoortige
en ook ongelijkwaardige latere werk treffen vooral idealistisch-wijsgerige
belijdenissen als het van oosterse denkbeelden vervulde boek Tat tw-am
asi (= Dat ben jij; 1933) en de ironische erasmiaanse dialoog
Oorlog, gepubliceerd bij de Eramusherdenking van 1936.
Ook als vertaler heeft Van Suchtelen zich