Literatuur:
B.H. Lulofs, Mr. A.C.W.S. (1842); N. Beets, `Loopbaan en
kenschets des dichters S.', in Verscheidenheden, v (1871); G.E.
Opstelten, Brieven aan Mr. A.C.W.S. (1916); C.S. Jolmers, S. als
verhalend dichter (1918); P. van Valkenhoff, in De gouden tak
(1937); J.M. de Vries, Teksten en varianten van S. (1958); C. van de
Ketterij, `S.s dichterlijke vertelling als epische categorie', in Nieuwe
Taalg., 57 (1964); P.J.H. Vermeeren, in Maatstaf, 15 (1967-1968);
C.O.A. Schimmelpenninck van der Oije, `S. en de Gelderse bloem', in Gelders
Oudheidk. Contactber. (1971); K.G. Lenstra, in Weerwerk, opstellen
aangeboden aan prof.dr. G. Stuiveling [...] (1973); W.A. Wijnands, `Een
schotel rijm van S.', in Nieuwe Taalg., 68 (1975); P. van Zonneveld,
`Vampirisme in de romantiek', in Tirade, 20 (1976); E.B. de Bruyn, `S.
en Grammont', in Maatstaf, 28 (1980); R.A. Cornets de Groot, `Een fase
tussen de 18e en de 19e eeuw', in Ladders in de leegte (1981);
A.C.W.S. 1767-1840 (1982); M. Fondse, `Krullen uit de werkplaats', in
De tweede ronde, 3 (1982); W. Bloemendaal, `Geestelijk en cultureel
leven', in J. Eefting e.a. (ed.), Over stad en Scholtambt Lochem
1233-1983 (1983).
[G.W. Huygens]