met zijn zinspreuk `Dueghd verhuecht'; de ethische opvattingen
zijn verwant aan die van Coornherts Wellevenskunste. Het hoogtepunt in
zijn dichterlijk oeuvre wordt gevormd door zijn Lieden op 't Vader Ons
(opgenomen in de druk van 1694 van de Hertspiegel): hierin heeft hij
zijn godsdienstige en ethische denkbeelden samengevat aan de hand van de aanhef
en de eerste bede van het Onze Vader. In manuscript is nog van hem bewaard een
kort `zinnespel' Numa ofte amptsweygheringe (wsch. geschreven tussen
1600-1603). Van zijn andere geschriften moet nog worden genoemd een verzameling
spreuken en spreekwoorden, gerangschikt volgens de maanden en dagen van het
jaar: Bijspraakx-almanak (ca 1606).
Spiegel voelde zich sterk aangetrokken tot de filosofie,
niet de speculatieve, maar de praktische. De christelijke en antieke
gedachtenwereld vermengde hij. Men kan hem typeren als een rationalistisch
optimist, maar ook als een idealist: het niet bedorven verstand kiest vanzelf
het goede en het schone.
Spiegel heeft als leider van De Eglantier, en ook na zijn
dood, grote invloed uitgeoefend op o.a. Hooft, Bredero, Vondel, Rodenburgh en
Poot. Bilderdijks omwerking van de Hertspiegel is meer een werk van
hemzelf dan een van Spiegel. Aernout Drost schreef een novelle over hem:
Meerhuijzen. Als dichter is hij vooral bewonderd door Jeronimo de Vries,
Albert Verwey en Minderaa.
De Twe-spraack vande Nederduitsche letterkunst,
ófte Vant spellen ende eyghenscap des Nederduitschen taals (1584),
met een voorrede van Coornhert, is opgedragen aan de burgemeesters en raden van
Amsterdam door keizer, factor, prins en kameristen van In Liefde Bloeyende op 1
juli 1584. Hun doel is de Nederlandse taal te verheffen tot het peil van de
Italiaanse, Spaanse en Franse taal, door haar te versieren en te verrijken. Dit
behoort vooral door de rederijkerskamer `als ghemene scholen des land-taals' te
geschieden. Vooral door de denkbeelden over taalzuivering en de vrij
nauwkeurige taalwaarneming ging er veel invloed van dit werk uit.