Sixtinus, Suffridus
Ook Sjoerd Sytzes, Noordnederlands dichter en
prozaschrijver (? vóór 1600-Amsterdam 6.1.1649). Schreef zich in
1615 in als student rechten aan de universiteit van Franeker, maar is daar niet
lang gebleven omdat zijn naam voorkomt als een van de oprichters van Costers
Duytsche Academie in 1617.
Zijn Apollo oft gesangh der muzen, een allegorisch
spel, was zelfs het openingsstuk. Vanaf april 1619 verbleef hij als student in
Heidelberg. Sixtinus is dank zij de door hem aldaar gepleegde `boekenroof' op
de codices-collectie van de geleerde Janus Gruterus, en niet door zijn literair
werk bekend gebleven.
Na 1627 kwam hij terug in Amsterdam waar hij zich
uitgeeft als `doctor utriusque juris' en `geweze raadsheer van landgraaf
Maurits'. Waar hij van leefde of waar hij zich verder mee bezighield blijft
onduidelijk. Als vervolg op P.C. Hoofts drama schreef Sixtinus in 1628
Geeraert van Velsen lijende en in 1634 nog een lofdicht op het werk van
Elias Herckmans.
Met zijn verzameling codices heeft hij tijdens zijn leven
niets gedaan, dit tot groot verdriet van de gehele geleerde wereld in de
Nederlanden. Pas na zijn dood is de collectie geveild en voor bestudering
beschikbaar gekomen.