De Nederlandse en Vlaamse auteurs

Schmidt, Annie M.G.

Eig. Anna Maria Geertruida, Nederlandse schrijfster van kinderboeken en cabaretteksten (Kapelle, Zeeland, 20.5.1911). Afkomstig uit een domineesgezin. Bibliotheekopleiding, daarna werkzaam bij een jeugdleeszaal te Amsterdam; directrice bibliotheek Vlissingen. Tijdens wo ii werkte zij voor het illegale Het Parool, waar zij werd ontdekt als schrijfster van jeugdliteratuur en cabaretteksten. Deze teksten werden voor het eerst uitgevoerd door het journalistencabaret `De inktvis' in Amsterdam (1947) en muntten dikwijls uit door een spel waarin de romantiek het gewoonlijk aflegt tegen de ontnuchterende werkelijkheid.

Daarnaast schreef zij veel teksten met het doel opgeblazenheid, in ernst gehulde onzin e.d. door te prikken. Voor Het Parool schrijft zij de later in versch. deeltjes gebundelde Impressies van een simpele ziel (1951-1953). Voor hetzelfde blad verzorgde zij ook de kinderrubriek met versjes en verhalen: Het fluitketeltje (1950) en Jip en Janneke (1953). Ongeëvenaard was het succes van Het schaap Veronica (1951). Veel van haar kinderverhalen en versjes danken een deel van hun succes zeker ook aan de wijze waarop deze door Fiep Westendorp werden geïllustreerd.

In 1965 ontving Annie M.G. Schmidt de driejaarlijkse Staatsprijs voor het kinderboek. Inmiddels had zij nationale bekendheid gekregen door haar radio- en tv-series: De familie Doorsnee (1952-1954), Pension Hommeles (1959) en Ja zuster, nee zuster (1967). Groot succes kenden ook haar musicals en blijspelen die zij sinds 1965 was begonnen te schrijven. Daarna schreef zij de hoofdrollen vaak toe op de capaciteiten van een bepaalde acteur of actrice (bijv. Connie Stuart, Jenny Arean, Frans Halsema). De bekendste hiervan zijn Heerlijk duurt 't langst (1965), En nu naar bed (1971), Wat een planeet (1973), Foxtrot (1977) en Madam (1981). In 1981 werd haar kinderboek Otje (1980) bekroond met een gouden griffel.

Werken:

En wat dan nog? (1950); Cabaretliedjes (1951); Dit is de spin Sebastiaan (1951), kinderb.; Veertien uilen (1952), kinderb.; Kom, zei het schaap Veronica (1953), kinderb.; Abeltje (1953), kinderb.; De groeten van Jip en Janneke (1954), kinderb.; De lapjeskat (1954), kinderb.; Weer of geen weer (1954); Ik ben lekker stout (1955), kinderb.; De A van Abeltje (1955), kinderb.; Daar gaan Jip en Janneke (1956), kinderb.; Huishoudpoëzie (1957); Het beertje Pippeloentje (1958), kinderb.; Iedereen heeft een staart (1959), kinderb.; Dag, meneer de Kruidenier (1960), kinderb.; Woelewippie onderweg (1960), kinderb.; Dikkertje Dap (1961), kinderb.; Wiplala weer (1962), kinderb.; Heksen en zo (1964), kinderb.; Spiegeltjes rond reis (1964), kinderb.; Het gedeukte fluitketeltje (1966), kinderb.; Vingertje Lik (1967), kinderb.; Kroezebetje (1967), kinderb.; Met man en muis (1968), musical; En ik dan (1969), musical; Minoes (1970), kinderb.; Pluk van de Petteflet (1971), kinderb.; Water bij de wijn (1973), bloeml.; Het fornuis moet weg (1974), kinderb.; Tom Tippelaar (1977), kinderb.; Er valt een traan op de tompoes (1980), t.

Uitgave:

Een visje bij de thee, keuze uit de verhalen en versjes (1983).

Literatuur:

J. Florquin, in Ten huize van, 11 (1975); Lezersmemorie Singel 262 (1977).

[G.J. van Bork]